Good old Piep

Er zijn al wat jaren overheen gegaan, sinds Piep als een jonge muis door het bos huppelde. Plannen voor een bosmarathon voor Tintje en de andere powermuizen, voor excursies voor dieren in hun eigen bos. Het kwam er even niet van. Piep weet veel van het bos en kan er mooi over vertellen, het wordt zelfs nog mooier als je met hem mee door het bos loopt. Je gaat de dingen zien.

Hij zegt dat je veel en lang moet stilstaan. Dan kan je het bos zien gebeuren. Daar hoef je niet ver voor te gaan. Juist niet. Hij weet dat uit ervaring, hoewel het in beginsel strijdig is met zijn karakter. Piep wil altijd verder. Zijn eigen wijsheid komt hem goed van pas. Alleen dat inzien en er naar handelen lukt niet goed. Ik leg het je uit.

Piep is van nature een ik doe het zelf wel muis. Ga hem niet vertellen hoe het moet of dat je hem wel even wil helpen. Dat is voor een deel soms een minder makkelijke eigenschap. Maar misschien wel herkenbaar. Het tegenovergestelde is een kaniknietmuis. Maar daar hebben we het niet over.

Piep heeft last van zere pootjes en een zere rug. Te veel eikels en beukennootjes tegelijk in z’n kruiwagentje naar huis gesjouwd denk hij zelf. En dat iets te vaak. Meer erin laden scheelde weer kilometers lopen vond hij. Je huis onder een eik bouwen is een andere oplossing. Nadeel is dat je ’s nachts je een ongeluk schrikt als er eikels uit de boom op het dak van je huis kletteren. Dus dat is eigenlijk geen oplossing.

Piep heef ergens gelezen dat hij waarschijnlijk een meer beschouwende soort muis is, eentje die kijkt naar de grote patronen. Daar heeft hij wel gevoel bij. Als je poten zeer doen heeft het geen zin om daaraan te verbinden dat je niet goed kan lopen. Je kan het nog steeds. De kunst is om te voorkomen dat je stilvalt. Hoe dan? Nou, dat is een goede vraag. Iets om je energie in te steken en niet als een kaniknietmuis zielig te zijn.
Piep heeft van mooie ronde kastanjes en rechte takjes iets gemaakt om makkelijker te kunnen lopen. Een loopkarretje, Als hij even wil rusten kan hij erop zitten. Dat maakt dat hij na een paar minuten weer verder kan. Het is dus meer een zit- dan loopkarretje. Of allebei eigenlijk. Hoe zeg je dat? Een stoeltje waar je ook nog goed mee kan lopen?

Het resultaat is dat het weer veilig voelt om ergens heen te gaan. Naar een supermarkt bijvoorbeeld, of naar het dorp. Wat moet je anders als verder lopen niet meer gaat door pijn en zitten nergens kan? Zo werkt het wél.

Verder denkt Piep dat je grootste problemen in je hoofd zitten. Omdat je denkt dat het problemen zijn. Watwelkandenken is veel mooier en je gaat ervan glimlachen.

 

 

Leesmoe

Niet omdat je last hebt van je ogen, maar omdat je het niet meer gelezen krijgt. Wantaal en teksttroep. Het is de kregel die me bevangt bij een poging tot het lezen van beroerde schrijfsels. Niet alleen wat er staat, vooral hoe het er staat. Kranten, boeken, de NOS-app. Verhaspelde uitdrukkingen en gezegden, kromme zinnen. Dan heb je het nog niet over de inhoud en de strekking.

Het erge is dat het regel is. Ik koop nog wel eens een boek en wil dan vooraf een paar bladzijden lezen. Dat vergeten online boekverkopers.

In een boekwinkel vind je alleen de ‘Top 10’.

Ik heb een weemoedig verlangen naar de Slegte. Boeken struinen en boeken lezen als puur genot. Zolders vol om begerig rond te kijken. Naar huis met een stapel voor 15 gulden. Tuurlijk, jij leest op sociale media.

Op de middelbare school was ik verdoemd in de les Nederlandse literatuur. Na mijn vraag wat dan in vredesnaam de critici waren, die bepaalden wat literatuur was. Niet wie, maar wat. Met een rood aangelopen hoofd negeerde de docente mijn vraag.

Gemankeerde teksten geven me hetzelfde gevoel als het kijken naar een chef-kok die proeft met de lepel waarmee hij even later het gerecht opdient.

Intussen streven kranten en bladen ernaar dat je online gaat lezen. Teksten worden met AI in elkaar geflanst. Resultaat is dat zo tekst correctheid en juistheid wordt toegedicht. Want AI toch? Rubbish in, rubbish out.

Het lijkt een complottheorie, maar zou AI misschien zijn bedoeld om de waarheid geweld aan te doen? Koren op de molen van wereldleiders. Zoals je weet zijn dat, evenals de meeste politici, bekwame leugenaars. Ze leerden als kind al te liegen alsof het gedrukt staat. AI en politici, stop er tien leugens in er komt de waarheid uit.

Verder is het stikheet vandaag, dat is bewijsbaar en daarom zit ik binnen. Ik hou vast aan kleine waarheden.

 

Onder spanning

Vakantie naar Italië; ga maar zei de nefroloog 7 jaar geleden. Ik ging, met het vliegtuig. Met de auto was geen optie. Bij het inchecken mocht ik doorlopen en meteen boarden of gewoon even gaan zitten. De valse blikken van zich gepasseerd voelende Nederlanders vergeet ik niet. In hun herkenbare outfit en met hun schampere taal waren ze meer dan herkenbaar. Voordringers. Ik eerst… Wat een kutvolk.

Ik kon wat langer staan en beter lopen dan nu. En toch was het klote. De onzekerheid over hoe er mee om te gaan. Ik heb het gedaan, omdat ik het wilde en het was goed. Het was september 2018. Nierfunctie 13%.

Ik maakte andere foto’s dan anders.

Nog geen 3 weken later ging ’s nachts m’n telefoon: ‘ik heb een nier voor u’. Ik had me voorgenomen dialyse zo lang mogelijk uit te stellen. Streng dieet en fysieke inspanningen doen tot de spierkrampen erop volgden. Ik mocht barsten, ik deed alles om niet te hoeven overleven. Want dat is dialyseren. Nog niet doodgaan.

Vorige week bloed geprikt voor de reguliere controle. Laat ik doen bij het 4-wekelijks infuus.

Er is een stofje in je bloed dat heel precies je nierfunctie weergeeft, creatinine. Het is een afvalstof die je spieren produceren. Bij gezonde mensen ligt de waarde ongeveer tussen de 50 en de 100. Dat red ik niet. Nu bleek het ineens ruim 160 te zijn. Dan gaan er alarmbellen rinkelen.

Ik werd gebeld door de nefroloog om opnieuw bloed te komen prikken; op zoek naar de oorzaak. De stress pakte me. Heel goed dat ze voor me zorgen en het strak in de gaten houden. Daardoor ben ik er nog altijd.

Ik heb nog wel eens wat. Ben blijvend onder controle bij UMCU. Mag, nee moet, bellen als er wat is, 24/7.

Er zijn gevaarlijke virussen en lelijke bacteriën die ik wil vermijden. Sommige mensen snappen niet waarom ik een eigen keukenhanddoek heb, of waarom ik niet in winkels kom, of op feestjes en begrafenissen, geen handen schud. Een winkelkarretje pakken en gedachteloos door m’n oog wrijven kan al funest. Alleen al door infecties lag ik sinds de transplantatie 6 weken in het ZH. Rottige weken en het kan evengoed misgaan. Ik vind het wel genoeg eigenlijk.

Ik weet dat mensen met hun handen door de vers afgebakken broodjes in de supermarkt graaien. Ze hebben geen idee. Of ze hebben het wel en het interesseert ze geen bal. Viezerikjes.

Mijn bloed werd getest op het BK virus. Berucht voor getransplanteerden. Was het gelukkig niet. De nierfunctie was zelfs weer herstellende.

Het is de spanning, ik moet er mee leren leven en ben daar niet goed in. Over 14 dagen de uitslag van een biopt van een plekje op mijn hoofd. Mogelijk huidkanker. Door medicijnen is de kans daarop groter. Het kan zomaar 5 tot 10 jaar goed gaan zei de dermatoloog. Ik ben 7 jaar onderweg. Het is meestal goed behandelbaar als je er op tijd bij bent.

Nu weekend en weer een beetje rust in m’n kop. Afkicken en mijn gedachten verzetten. Een kookprogramma kijken, of Formule 1. Ik mis alleen Zippo die naast me op de bank ligt.

 

Bank saldo

Het was nog geen juli en mijn vakantie zat er alweer op. Niks mis mee, al duurt de zomer dan nog wat lang. Je kan het maar beter gehad hebben, dan ben je weer wat dichter bij de volgende.

Als ik 14 dagen op vakantie ben begint de onrust na ongeveer een week. Naar huis gaan wordt met de dag aantrekkelijker. Ik geniet van het in een andere omgeving zijn en van de andere dagelijkse indeling. Het is een soort ingebouwde rusteloosheid.

Ik houd van een praatje maken met de locals. Al is het met handen en voeten. Duits gaat me goed af. De beperking zit hem in mijn fysieke actieradius. Van dat kletsen komt maar weinig terecht.

Dat is een bron van frustratie. Ik verzin oplossingen zoals een elektrische fiets. Dan neem ik die de volgende keer mee. Een rondje fietsen gaat prima en in het dorp staan bankjes voor hangouderen.

Maar eerst die lange zomer. De piepers moeten nog gerooid. De suikermais rijpt af. De uien liggen te drogen. Tomaten en komkommers bij de vleet. Genoeg te doen. Volgend jaar wil ik meer soorten tomaten. Oude rassen. In grote potten onder een afdakje. Het wordt een lang afdakje, ik wil veel tomatenplanten. Ik zet ze wat hoger, op een stelling. De grond in de potten vernieuw ik elk jaar. Dan kunnen ze steeds op dezelfde plek staan. Dat is biologisch helemaal verantwoord.

Het voordeel van de verhoogde bouw is dat ik er goed bij kan. Van planten tot oogsten. Het leukste is om planten te kweken uit zaden van tomaten die je zelf hebt geoogst.

En toch duurt deze zomer nog lang. Voor elk ‘probleem’ is er een oplossing. Ik wierp een blik op mijn banksaldo. Ik heb zin in nog een vakantie. Ik dacht: liever op vakantie dan dat het een bank saldo wordt. Geld waar je geen gelegenheid meer voor hebt om het uit te geven.

Ik heb voor een week geboekt, dan heeft de onrust geen kans, ik ben lekker even weg en de tuin heeft het nauwelijks in de gaten.

Het Gele Bankje

Ik ben benieuwd wie er een geel bakje in z’n tuin heeft. Moet je om te beginnen wel een tuin hebben. Binnen kan ook, ik heb wel eens een geel bankje gehad. Mooi geel. Er zijn niet zoveel gele bankjes. Daar mag iets aan veranderen. Méér gele bankjes! Ze zijn belangrijk.

Ik hou van gele bankjes, sinds kort. Ik zal je vertellen waarom.

Ik heb een moestuin, al jaren. Het is m’n lust en m’n leven. Ik ben geen Hendrik Jan de tuinman. Ik sta niet de hele dag rozen te snoeien met een strooien hoed op mijn kop. Mijn kruiwagen is wel behoorlijk versleten en het tuingereedschap is goed gebruikt. Voor een reclamefolder van tuingereedschap ben ik niet geschikt. Te veel zweet op mijn hoofd.

Met dat transpireren valt het wel mee de laatste tijd. Het zware werk lukt me niet meer. Daar helpen anderen mee gelukkig en nog voor hun plezier ook. Het zijn mannen en vrouwen die uitgezonden zijn geweest naar oorlogsgebieden; veteranen. Mensen hebben vaak geen idee wat zo’n uitzending met je kan doen. Ze beseffen nauwelijks hoe je er fysiek en mentaal gewond kan raken. Daarvan herstellen voor zover dat kan, is geen sinecure.

In onze moestuin groeien niet alleen onkruid en groenten. Er groeien ook mensen.

In de Hortus Invictus, zo heet de tuin, is ruimte om te zijn. Om jezelf te zijn. Letterlijk ruimte en ruimte voor je hoofd. Er is tijd om meer heel te worden.

De tuin, mijn stukje tuin hoort daarbij, is een initiatief Van Return to Base.

Sinds eergisteren staat er aan het begin van het pad naar de tuin een bankje. Een geel bankje. Het bankje staat symbool voor mensen die elkaar ontmoeten en met elkaar in gesprek raken. Om te durven jezelf te zijn. Bij het bankje is ook een Witte Anjer Perkje. Het symbool van respect voor veteranen.

De oorsprong van het Gele Bankje ligt bij de Invictus Games. De Invictus Games is een internationaal sportevenement voor militairen die in dienst van hun land gewond raakten.

Er kunnen niet genoeg Gele Bankjes zijn.

Linkjes van waarde:

https://www.facebook.com/returntobaseQPO/

https://returntobase.nl/

https://yellow-bench.com/

Check ook op Google Maps: “Yellow bench Hoevelaken”

 

Buitenstaander

Ken je dat? Dat de letterlijke betekenis van een woord ineens tot je doordringt? Het begrip ken je al een leven lang en dan…. Ik kan nauwelijks geloven dat ik er bijna 70 jaar over heb gedaan.

Ik zat in een tuinstoel, zo’n metalen rasterding, zwevende buizerds te bewonderen. Het viel me op dat de tuintafel al wat lichte sporen van roest vertoonde. De stoelen niet, die stonden er misschien nog niet zo lang? Hoewel, het waren buitenstaanders. Niet van die die naar binnen moeten voor ieder buitje.

Ik heb al de hele dag een tevreden gevoel over mijn ontdekking. Die is betekenisvol. Als je denkt dat je intussen alles wel weet kan je beter nadenken over wat je nog niet weet.

Ze komen niet meer langs de deur, de verkopers van encyclopedieën. Je hebt ze online en je hebt Wikipedia. Ik ben er een liefhebber van. Je vindt er oneindig veel en de linkjes naar gebruikte woorden en begrippen zijn bijna eindeloos.

Niet zeuren over AI, waar je alles aan kan vragen. AI op die manier gebruikt is dom op het stompzinnige af. Als je bijvoorbeeld vraagt of chocolade gezond is loop je een goede kans dat AI bijdehand aan je vertelt wat er op de site van een paar banketbakkers/chocolaterieën werd gevonden. Tuurlijk prijzen die hun waar aan. AI heeft geen idee. AI wéét niks.

Wist je niet? Misschien wat vaker Wikipedia raadplegen of mijn blog lezen. Zélfs ik ben nog niet te oud om wat te leren.

Authentiek

Ik hou van dat woord. Authentiek. Zeggingskracht in een paar letters. Praatjesmakers bedienen er zich graag van, Temu van de echtheid.

Onderscheidend vermogen hoef je niet te leren. Tenzij je graag voor de gek wordt gehouden. Laat je gevoel, je intuitie spreken en je weet het. Wie wel en wie niet echt is.

Het is een gewoonte om intuitie weg te denken. Te negeren. Je verzint een reden om je gevoel de mond te snoeren. Zo van, dat kan niet waar zijn.

Vertel een van je buren dat een andere buurman een pedofiel blijkt te zijn (veroordeeld en al) en ze geloven je niet. Want zo’n aardige man en zo goed met de kinderen. Vertel het van je vader en je eigen familie gelooft je niet. Tegen beter weten in. Ze liegen zich liever een weg langs lastige zaken. Jij wordt veroordeeld.

Het is niet zo moeilijk om jezelf te zijn. De eerste stap, voor sommigen een horde, is om jezelf niet te spiegelen aan anderen. Om niet daaruit je eigenwaarde te putten. Dan ben je er al bijna. De tweede stap is om jezelf te aanvaarden, om tevreden te zijn met wie je bent. Je bent al van jezelf, hoef je niets voor te doen.

Er is dus niet pas later een moment waarop je eindelijk authentiek bent. Je bent het altijd al. Alleen, laat het de ruimte.

Ik verdeel ze wel eens in twee groepen, mensen. Ik beoordeel ze niet. M’n gevoel vertelt het. Je hebt er die je energie geven en je hebt er die je energie vreten. Ik vermijd de laatste. De energievreters geven je niets, nooit. Ik hoef niets terug, maar blijf dan alsjeblieft van mijn energie af.

Als jij je niet leent om uitgebuit te worden dan komt de truc. Er wordt je vlot een schuldgevoel aangepraat. ‘Ik zie je nooit’, ‘je laat niets van je horen’, ‘waar ben je als ik je nodig heb, je bent ondankbaar’.

Ik was als kind vooral ‘ondankbaar’. Ehhh, voor wat dan? Voor de klappen, voor het gevloek en getier van christelijke ouders? Voor nog veel grotere ellende? Ik kende het woord nog niet maar het begrip al wel: hypocrisie. Ik heb er nog moeite mee als mensen er zich op voorstaan christen te zijn. Ik heb geleerd om twee keer te kijken hoe het echt zit. Er zijn wel authentieke christenen.

De kunst is om oud zeer niet je leven te laten beïnvloeden. Dat is niet zo eenvoudig. Eerlijk zijn daarin is ook jezelf zijn. Je neemt je ervaringen een leven lang mee.

Authentiek zijn is respecteren wie een ander is. Respect geef je, of krijg je. Je kan er niet om vragen. Al helemaal niet door te beweren dat je christen bent. Authentiek zijn is ook verlangen dat anderen eerlijk zijn.

Tomatensap

Ik hou van karnemelk, van de echte. Niet de met melkzuurbacteriën aangezuurde melk. Het meeste is troep, net zoals veel hedendaagse producten. Hoe weet je of je echte karnemelk drinkt? Nou, dat proef je. Als je nu gelijk een vies gezicht trekt, dan heb je waarschijnlijk het echte spul nog nooit geproefd.

Echte karnemelk is het bijproduct van het proces van boter maken, het karnen. By the way, boter is niet dat ingedikte smeerspul uit een kuipje. Aangeprezen als ‘vol gezondheid’, met extra toegevoegd zout. En nee, margarine is geen boter. Aan margarine kan je ruiken en proeven welke plantaardige olie het goedkoopste was ten tijde van de productie ervan. Lekker hoor.

Bij mijn opa en oma op de boerderij was geen waterleiding, maar wel een pomp. Er was ook geen koelkast, maar wel een kelder. En er was geen frisdrank, maar wel een frisse drank. Karnemelk! Die stond altijd in een klein melkbusje in de kelder. Met een pollepel die geen pollepel heet maar sleef. Mocht je zoveel van drinken als je wilde.

Het was ook het hoofdingrediënt van je toetje. Een beschuit in een diep bord met daaroverheen een schepje suiker en een flinke plons karnemelk. Als je dan nog niet van karnemelk gaat houden, dan weet ik het niet meer.

Probeer het ook eens, gewoon bij de super een pak biologische karnemelk. Dat komt het dichtst in de buurt van echte karnemelk, die hier vrijwel niet meer te koop is. Wil je er iets nog lekkerders van maken, dan doe je een scheut vruchtensiroop (wel het goede spul!) in een glas en vul dat aan met karnemelk. Kom me niet aan boord met leuke opmerkingen over Yoki Drink of drinkyoghurt. Het is allemaal zooi.

Waarom dan de titel ‘Tomatensap’? Omdat tomatensap van tomaten wordt gemaakt. Ook daarvan is er troep te koop, verdund met water en extra zout voor de betere smaak. Maar meer eigenlijk omdat ik net een glaasje tomatensap, het goede spul, zat te drinken en toen ineens aan karnemelk moest denken.

Onrust in je hoofd

Piep was onrustig, Tintje zijn vriendin heeft dat gelijk door. Wat is er Piep?

Muizen hebben net als andere dieren een goed ontwikkelde sensitiviteit. Ze snappen elkaar zonder veel woorden. Ik ben moe zei Piep, ik wil alleen maar slapen. Tintje kriebelde zachtjes in zijn nek en Piep viel in slaap. Hij droomde. Hij droomde dat de werkelijkheid een droom was. Muizendromen kunnen realistisch zijn.

Zijn leven als jonge muis lag achter hem. Waar hij vroeger alles kon en er geen eind aan de tijd kwam, ging het nu met pijn en moeite en de tijd vloog voorbij. Of stond die juist stil? Piep bedacht dat hij zelf stilstond. Er was minder van iets. Alsof zijn toegevoegde waarde aan inflatie onderhevig was. Hij voelde zich minder waardevol en het werd er niet beter op. Met de tijd kachelde het achteruit. Hij was ’s avonds blij als ie in bed lag. Dekbed over z’n snuit en even weg van de wereld.

Z’n huisje opknappen en laten schilderen met bosgroen liet hij doen door een andere muis. Kwastje had al vaker gezegd, als je hulp nodig hebt moet je het zeggen. In plaats van zelf anderen te helpen had Piep hulp nodig.

Piep heeft veel pech, want hij is vaak ziek. Tenminste, dat zeggen sommige andere muizen. Volgens Piep is het juist geluk, geluk dat je er nog bent. Als een soort survival muis.

Naar anderen luisteren of bedenken wat ze van je vinden is niet heel slim. Luister liever naar jezelf en naar je vrienden. Dat doen en dan ook nog aanvaarden wat ze tegen je zeggen, is lastig. Je kunt wel weten dat ze het menen, maar dan zit het nog niet tussen je oren.

Ze zijn blij dat je er bent en omdat je wat handige dingen over het bos weet. Piep is terughoudend om niet voor bemoeial te worden versleten. Zelf houdt hij er niet van als anderen het beter weten. Hij doet het op zijn manier en dat gaat wel eens verkeerd. Daar leer je van, zegt Piep

Piep heeft wel 100 kookboeken, van ‘De culinaire bosmaaltijd’ tot ‘Een muis achter het fornuis’. Hij kookt niet volgens een vast recept, maar leent overal een beetje van en gaat dan aan de slag.

Koken doet hij niet meer met zo veel plezier; pijn in zijn pootjes. En dat wilde ooit een eigen restaurant beginnen. Daar kon je alleen op uitnodiging eten en mocht je betalen wat je het waard vond. Al gaf je maar een beukennootje als blijk van waardering. Want daar gaat het om, een beetje waardering. Dat geeft voldoening en dat geeft weer levenslust. En rust in je hoofd.

Maar hoe doe je dat, waardering voelen als je er niet goed bij kan? Nog meer gewaardeerd worden helpt niet. Dat maakt het alleen maar moeilijker.

Het is iets met je wens om levenslustig te zijn, droomt Piep. Je moet het wel zelf willen.

Een zacht gekriebel in zijn nek haalt hem uit zijn dromen. Thee Piep? Ja doe maar.

Zonnig

Zon op je kop. Het zonnetje schijnt. Een zonnig leven. Verwijzingen naar hoe fijn de zon is. Om van je zonnepanelen nog maar te zwijgen. De zon schijnt en jij loopt binnen.

Ik heb geen zonnepanelen en loop toch binnen.

Als je vakantie boekt dan mik je op zon en mooi weer. Want dat is hetzelfde. Je kunt 14 dagen handdoekje leggen op een gloeiend strand als je daarvan houdt. Kom je gebronsd weer terug.

De beukenhaag laat net haar laatste bruine blaadjes vallen en wordt met de dag groener in de voorjaarszon. Ik ga zelf op vakantie naar een klein Duits plaatsje op 897 meter hoogte, 93 km ten zuiden van Stuttgart. Als de zon daar schijnt, dan schijnt hij ook goed. De lucht is er schoner en helderder. Als de zon schijnt word je nog sneller bruin.

Ik heb een nieuw hoofddeksel gekocht, een vissershoedje. Kan je ook opzetten als je niet gaat vissen. Het is voorgewassen zwart, beetje versleten jeans look. Loop je wat minder voor lul dan met zo’n strooien ding dat je oren dubbelvouwt.

Stoere zonnebril erbij, zo eentje die de bocht om gaat en geen licht van opzij doorlaat en hij is gepolariseerd. Kan je er wat meer door zien dan de reflectie van je eigen gezicht. Bedacht voor vissers, om zien hoe de vissen langs je aas zwemmen. Heb je ze toch gezien.

Als je een bewaakte landsgrens overgaat met die outfit is het verstandig om je hoedje en zonnebril even af te zetten. Ze pikken de gangstertypes er zo tussenuit. Helemaal aan de Zwitserse grens, daar flikkeren ze gewoon je bagage op straat. Ze houden niet van toeristen, alleen van geld.

Laten we het zonnig houden, niet naar Zwitserland dus. Hoewel, ik ga graag naar Ticino. Dat is gewoon een soort Italië, maar dan geasfalteerd tot aan de voordeur.

Ik heb wielrennersmouwen, van die losse die je over je arm kunt trekken in geval van korte mouwen en veel zon. Factor 50+, net als m’n hoedje. Wielrenners lijken het soms wel, maar ze zijn niet gek.

Het is vandaag een fraaie lentedag zo rept Buienradar, met een graadje of twintig en volop zon. Iedereen heeft spontaan zin in een ijsje op het terras. Al die verschillende heerlijke smaken. Ik houd het bij een Magnum  Almond of een Classic. Dat is veilig, de soft ijsjes en de andere terrasijsjes zijn me te link.

Vergeet niet om je in te smeren als je de zon in gaat. Al is het maar voor een half uurtje. Een op de zes mensen krijgt huidkanker. Ik ben er extra gevoelig voor. Het kan zomaar 5 tot 10 jaar goed gaan zei de vriendelijke dermatoloog tegen me.

De zon schijnt en dus loop ik binnen. Ik kan de zon goed in het water zien schijnen en heb een tamelijk zonnig humeur. Ik heb net als jij liever dat de zon schijnt dan van dat grijze weer. De beukenhaag is alweer groener dan een uurtje geleden.