Een groot stuk van m’n moestuin is nog steeds niet gespit. Het is een grasveld geworden. Afgelopen jaren had ik hulp in mijn tuin. Dat was fijn. Nu wil ik het weer zelf doen. Ik kan het weer. Nieuwe nier, nieuwe kansen en bijna alles kan. Had ik gedacht ja. Stukje bij beetje ben ik een flink eind gekomen. Had ik voorheen minstens 80 soorten groenten en fruit. Ik tel er nu ongeveer 17. Niet zoveel en toch best een boel. Ik ben drie jaar ziek geweest. Tel m’n zegeningen.
Het gras zit me ondanks dat een beetje op m’n nek. Nu wordt m’n nieuwe leven toch opgesoupeerd door oude patronen en onmogelijk spitwerk.
Totdat ik zag dat gras ook goed is. Lijkt wel een soort scheppingsverhaal. Met hier en daar een appelboompje en een walnotenboom. Dan is het ineens een boomgaard! Verandert frustratie in rust, ruimte en welbevinden.
Ik moet nog nadenken of ik het gras dan langer laat groeien. Dan zaai ik er oude akkerbloemen en rode klaver tussen. Om het af en toe te maaien met de zeis. Heb er een. Zoek nog een echte oude. Kan ook de motormaaier gebruiken. Zien wat het beste kan. Allebei een beetje misschien. Doen wat ik kan. Niet dat ik doe wat ik kan in de gebruikelijke betekenis.
Mijn eigen filosofie nu eens op mijzelf toegepast. Ik zeg altijd: stel je doelen niet hoger dan wat binnen je bereik ligt. Anders bouw je de frustratie bij voorbaat in.
Heb ik wel wat nieuwe problemen om op te lossen. Zoals welke appelrassen ga ik planten. Heb nu twee Elstar boompjes. Het liefst wil ik een paar oude typisch Achterhoekse rassen. Honingzeuten, Hermien van Eibergen, of Heurns Roodje. Zien wat er voorbijkomt. Een blij idee.
Van de week het gras gemaaid. Vroeg opgestaan om de felle zon en de warmte voor te zijn. Is het ineens meer leuk. Het erge is dat ik moet wachten tot het najaar. Om boompjes te kopen en te planten. Het mooie is, dat het vanzelf najaar wordt. Het is al zomer!