Nepper

De vorige blogpost ging over lichtjes. Er kwam zelfs een kerstboom in voor. Komt er nu een stokpaardje bij. Daar ga ik het niet over hebben. Over die kerstboom wel. Ik heb altijd een echte. Soort van natuur in huis. Weet ook wel dat ze er speciaal voor worden geteeld. Niks mis mee.

Een nepper vind ik niet zo natuurlijk. Heb ook nog nooit kerstballen in het bos gezien. Een echte kerstboom vind ik nogal ecologisch verantwoord. Zelfs een goeie kerstbomenfik gaat er wel in. CO2 zei je? Haha, ja natuurlijk. Kerstbomen verbranden is bijzonder schadelijk. Net zoiets als zware stookolie vermengd met chemisch afval in zeeschepen stoken. Het verschil is dat aan dat laatste goed wordt verdiend. Daar vaar je wel bij.

Ik twijfel tussen een echte en een nepper. Moet de echte wél een biologische zijn. De andere echte zijn flink met gif bespoten. Dan groeit er geen onkruid onder en kruipen er geen beestjes uit de boom als je hem binnen zet. Getver, beestjes? Als je geen beestjes wil dan kan je kiezen, net als ik. Of je neemt toch een giftige. Die zijn in ieder geval genoeg te koop.

Krijg je van mij nog even een gedachtenhaakje. Als je dan je giftige sparretje in de kamer hebt staan en hij ruikt heerlijk naar kerstboom dan weet je het weer. Had je niet moeten doen. Dan denk je aan mij en vraag je je af wat er dit jaar in mijn huiskamer staat. Ik ben er nog niet uit. Eerst maar eens googelen op biologische neppers.

Lichtje

Ik dacht lang dat semafoor en vuurtoren hetzelfde betekent. Is niet zo. Een semafoor zie je vaak naast een vuurtoren bij een haveningang. Het is een stellage met lampen en andere optische seinen. Om schepen informatie te geven over hoe te varen. Beetje jammer wel dat dit mooie woord iets anders betekent dan vuurtoren. Ik ken vuurtorens meestal vanaf land gezien. Heb er wel eens een beklommen. Dan zie je wat het licht ziet. En wie het licht ziet.
Een ander mooi woord voor vuurtoren. Baken. Voor de romantici, een baken in de nacht. Hoewel, als je met je bootje in zwaar weer zit is de romantiek ver te zoeken. Tegelijkertijd kan zo’n lichtje in de verte je de weg wijzen. En dan is het mooi.

Waarschijnlijk heb je het wel eens gezien. Dat over land en duinen zwenkende vuurtorenlicht. Het heeft iets. Ben je er verder vandaan dan is het een lichtje dat telkens terugkomt. In een eigen ritme.
Ik ben wel een beetje gek op licht. Licht in de duisternis, aan het eind van de tunnel. Lichtjes in de kerstboom. Een kaars branden. Als je dat voor iemand doet is het een mooi ritueel. Waxinelichtjes koop je met tientallen tegelijk. En allang niet meer alleen maar voor onder de theepot.
Soms is er iemand, die als een lichtje is. Dat je de weg wijst. Niet van je moet dit of je moet dat. Gewoon, door wie het is. Ken je dat?

Boomer

Als leven een belofte is en hoe dat klinkt.
Dat het veel belovend is geldt niet altijd voor iedereen als je net geboren bent. Wij zijn geluksvogels. Ben ik ook nog een boomer. Vliegen de gebraden hanen me zo in de bek.
Kan je heerlijk op afgeven als je een jonkie bent, boomerzegger. Mmm, boomers hadden het niet altijd zo goed. Die uitspraak bevestigt meteen dat ik een echte ben. Bevroren waterleidingen, koude kolenkachels, wollen ondergoed kwaliteit schuurpapier. Boomers delight.

Laat me het over die belofte hebben. Je mag ervan maken wat je kan en wat je wil. Dat leven. Met jouw talent. Misschien kies je voor iets minder dan alles. Dat is een interessante. Het niet kunnen, alles of ook maar een beetje van alles. Of het niet willen. Als jouw god een slager was dan zou die vragen of het een onsje minder mocht.

Die belofte geldt, kan je er niet uit slaan. Alles kan je me afnemen. Niet m’n geest en niet mijn innerlijke kracht. Niet wie ik ben. Dat is mijn religie.
Leven is als een bergstroompje. Dat stroompje belooft een riviertje, dat riviertje belooft een rivier. De rivier belooft de zee. Jij bent het water. Je stroomt naar de zee. Een zee vol leven.

Hoe het klinkt hoorde ik voor het eerst toen ik tien was. Het klonk goed. Klinkt het nog. Steeds mooier. Nog even een boomerverhaaltje. De eerste keer dat ik hoorde wat jij zo gaat horen was op de schoolradio. De technologie staat voor niets. In het verduisterde handenarbeidlokaal stond een heuse radio. Eens per week om kwart voor twee klonk daar de schoolradio. Bij iedere gongslag via de radio klikte het hoofd der school een volgende dia tevoorschijn. Je begrijpt dat het doodstil was. Op de radio na. Deze keer een poging om jonge boomertjes iets bij te brengen over muziek en componisten. Dat is blijkbaar gelukt.
Luister hoe een bergstroompje een rivier wordt, de Moldau:
https://youtu.be/3G4NKzmfC-Q

(denk de eventuele reclame maar even weg…)

Lat

Met een nieuwe nier kan je weer alles. Duurt soms even. Helemaal waar en ook helemaal niet. Als je nieren niet of nauwelijks functioneren dan kan je weinig of niets. Of alles maar heel kort. Dat laatste is niet echt zo. Je kunt niet heel kort een wedstijd voetballen of een rondje hardlopen. Je kan wel alles positief bekijken en dan kan je ineens best veel. De oplossing is gewoon de volgende keer verdergaan waar je gebleven was. Zoals gezegd, dat lukt niet echt met voetballen, of dat rondje.

Met een nieuwe nier kan je dus wel alles. In elk geval langer. Daar zit hem een beetje de kneep. Ik kan nog altijd niet een wedstrijd voetballen. Lig er niet wakker van. Ik kan wel al die onderbreekbare dingen veel langer. Heel veel langer. Dan komen er heel veel doenbare dingen bij. Gaat het weer lijken op een normaal leven. Is het ook weer. Er zit een leuke leercurve in. In het begin is het niet heel leuk die curve. Later ook niet. Wat is er dan wel leuk en leerzaam aan?

Ik leer nu wat ik dacht dat ik allang kon. Dat ik er goed in was. Niet dus. Ik leer iets bij en ik leer wat af. Om met dat laatste te beginnen. Ik leer langzaamaan af om de lat steeds maar hoog te leggen.
Grappig is om je af te vragen wat er nu zo uitdagend is aan hoe hoog je de lat legt. Is het de overwinning van eroverheen springen, of is het die grijns als je er onderdoor loopt en zo ook aan de andere kant komt. Lijkt wat flauw. Het heet relativeren. Uiteindelijk leg je de lat op haalbare hoogte en spring je er overheen. Nog fijner is de lat weglaten en kijken wat er allemaal kan. Lekker springen zonder lat.

Wat ik bijleer is dat het voldoening geeft om het zo te doen. Van frustratie naar voldoening. Zomaar? De hobbel die je moet nemen heet afscheid. Je moet afscheid nemen van een beeld dat anderen hebben van jou. Denk je. Ik bedoel je moet afscheid nemen van het beeld waarvan jij meent dat anderen hebben van jou. Je kan het niet waarmaken, lukt niet meer. En meer van die onzin. Doe die gedachte maar weg dus.

Het ligt wat genuanceerder. Er zijn dingen die buiten je bereik liggen. Dingen die je misschien eerder veel plezier en voldoening gaven. Dat loslaten voelt als een afscheid. Het gevoel wat ik daarbij heb vat je het beste in het woord melancholie. Zoete pijn.

Kan het wel illustreren voor je. Ik had altijd een grote moestuin. Zo’n twaalfhonderd vierkante meter. Heb hem afgelopen jaren al eens flink kleiner gemaakt. Ik kon bijna niks meer. Een paar weken geleden nóg kleiner. Moest ik een zelfgebouwd schuurtje bij opofferen. Dat deed wel pijn. Nu het zover is voelt het goed. Heb een nieuw schuurtje gebouwd. In etappes. Alles latloos. Niet het schuurtje. Ik! Mooi woord vind ik. Latloos.

Mentale zuurstof

Ik beloofde je te vertellen over hulpvaardigheid en wijzer (ge)worden. Over wat dat te maken heeft met liefde en kwetsbaarheid. Dat ga ik nu doen. Ik heb de essentie van deze blogpost twaalf jaar geleden geschreven. Ik heb er een geheel van gemaakt. Ik put uit eigen ervaring. Je mag ervan vinden wat je wilt. Dit is wat ik vind.

Je wordt depressief als de last ondraagbaar wordt. Als je al lang hebt volgehouden en niets erop wijst dat het minder wordt. Of als de last plotseling in de volle omvang aan je duidelijk wordt. Wat eerst een verre dreiging was die je misschien al vermoedde, is een confrontatie geworden.
Als je het niet meer dragen kan word je platgedrukt, verpletterd. Voor mij was het een stuwdam die doorbrak. Je wordt meegevoerd door de stroom van de grond getild. Bedolven en je gaat verdrinken. Het enige dat je redden kan is boven komen en ademhalen. Je weet dat je gaat stikken.

Wat je nodig hebt is ruimte, zonder die last. Wat je nodig hebt is lucht, zonder te worden overspoeld. Een klein beetje ruimte maar, een klein beetje lucht. Voor nu. Leven. Zonder plan.
Als je op die manier verdrinkt, dan ben je er nog. Fysiek tenminste. Het komt niet meer goed. Verdrinken is behoorlijk definitief hoor. Je geest kan niet meer ademen. De mentale zuurstof is op.

Als het zover is kan je hulp krijgen. Als je geluk hebt. Als je nog meer geluk hebt, krijg je de goede hulp. Niet alles wat hulp heet is gewenst. Genoeg padvinders in de geestelijke gezondheidszorg die oude vrouwtjes helpen oversteken. Ook als ze helemaal niet naar de overkant willen.

Wie of wat kan helpen?
Om te beginnen liefde en aandacht. Geduld zonder oordeel. Liefde voor mij als mens. Onvoorwaardelijk. Dat geeft lucht. Wat ik voel is geen keuze. Die is er niet. Durf kwetsbaar te zijn.

Wat nog meer helpt.
Een voorbeeld. Denk aan vuurwerkslachtoffers met oogletsel. Ze hebben een gemeenschappelijke ervaring. Als die ervaring is beklijfd, dan kunnen ze van gedachten wisselen. Op een ongekend niveau. Dat niveau kan je niet door studie bereiken. Je moet eerst een oog missen. Dan kan je soms helpen. Door te weten wat het is. Daar zijn vaak minder woorden voor nodig. Een klein beetje lucht, weet je nog? Niet stikken.

Ik noem het wetendheid. Dat is niet hetzelfde als wetenschap of een methode of therapie. Absoluut niet. Verwar het alsjeblieft al helemaal niet met een patiëntenvereniging.

De kern van wetendheid is de hele en unieke mens. Als je depressief bent, dan ben je nog steeds heel en uniek. Daar hoeft dus niets aan te gebeuren. Laat dat maar even doordringen bij hulpvaardigen. Verzekerings- en bedrijfsartsen. Daar heb ik slechte ervaringen mee. Op een enkeling na.

Iemand die letterlijk aan het verzuipen is in zee heeft niet zoveel aan zwemles. En sluit en spreid, haha. Zou je cynisch van worden hè?

Ik ben niet cynisch geworden. Heb wel een enorme overlevingsdrang gevonden. Dat is geen verdienste. Het gebeurde. Bijna onvoorstelbaar als je op een gegeven moment het tegengestelde voelt. Je mag er hoop uit putten. Een beetje lucht. Mentale zuurstof. Voor jou, als je depressief bent. En voor jou als je helpt.