Uit gewoonte

Soms wil je dingen anders. Nou, dan doe je dat toch? Op het moment dat ik zo denk zitten er ineens een hele verzameling stemmetjes op mijn schouders. Ze toeteren in stereo wat ze ervan vinden. De een nog luidruchtiger dan de ander. Of ik wel weet waar ik aan begin en van zou je er geen spijt van krijgen. Maar ook die van hèhè, het werd tijd en kom op ga lekker iets nieuws doen.

Ik ben geen impulsieve besluiter, evenmin een twijfelaar. Ik denk na en kies, voor m’n gevoel. Tegenwoordig dan. Ik verlies de rede niet uit het oog maar redeneer mijn wens ook niet kapot. Mooi recept voor een patstelling zou je denken. Maar nee. Ik kom er wel uit.

Ik denk dat ik veel doe uit gewoonte. Omdat ik het al lang of altijd zo doe. Ik weet wat anderen zeggen als ik het weer eens anders wil. Dat is behoorlijk irritant voor een ezeltje. Trek aan mijn halster en ik wil achteruit, trek aan mijn staart en je weet welke kant het op gaat. Als je denkt slim te zijn en die kennis te gebruiken ben je helemaal aan het verkeerde adres. Ik ben een bijzonder redelijk mens.

Die stemmetjes hè, ken je die ook? Ik denk het wel. Zo brutaal durf ik best te zijn. Ik weet dat ze er zijn. Dat die met de grootste mond een schop voor hun kont moeten. De zachte stemmen die niet voordringen. Die zijn het waard om naar te luisteren. Dan hoor je echt iets. Dat ben je zelf.

Zeepbel

Weldenkende mensen, daar zou de wereld vol van zijn. Is dat zo? Wat is weldenkend? Zijn er ook nietdenkend?
Als je er over nadenkt rijst de vraag of gedachten hebben hetzelfde is als denken. Je kent het wel, iemand laat je onbedoeld schrikken omdat je in gedachten bent. Gedachten hebben is een als film is die zich afspeelt in je hoofd. Ergens is een grens waar het denken wordt. Dan stopt de film.

Denken dringt je naar een innerlijk verdwijnpunt.

Je kunt vastzitten in gedachten en daarna aan iets denken.

Ik vraag me weleens af wat de kat denkt. Of die wel denkt. Kan best zijn dat het dier zich afvraagt of ik werkelijk zo dom ben. Het leuke van denken is dat vragen zich opstapelen en antwoorden ergens zijn. Of nergens.

Antwoorden hebben iets katachtigs. Ze laten zich niet paaien. Je moet al onder de douche staan of midden in de nacht wakker worden om ze te vinden. De werkelijkheid is dat ze jou vinden. De denkende strever naar antwoorden.

Het is verleidelijk om het ontbreken van antwoorden te compenseren met hogere machten. Dat je later het grote inzicht mag krijgen. Geloof als uitgesteld antwoord. Waarbij de gedachte post kan vatten dat je anderen daarvan moet doordringen. Opdat jouw zeepbel verder zweeft.

Geluksvogels

Ik kreeg een boekje; Vogels in Nederland. Met een prachtige uil op de voorkant. Er staan meer vogels in dan ik ooit heb gezien. Sommige misschien wel gezien, maar dan niet herkend. Had ik dat boekje nog niet. Ik ken er wel een paar hoor. Dikke houtduiven. Die vreten het jonge plantgoed aan en willen elk jaar met alle geweld een nest maken in mijn tuin. Dat mogen ze niet. Mijn auto staat naast de door hen uitverkoren boom. Een oude voetbal precies in de vork van takken voor het beoogde nest doet z’n werk.

’s Nachts hoor ik regelmatig uiltjes. Zien doe je ze zelden. Ik heb ook wel wat met koolmeesjes, die lusten graag rupsjes. Die rupsjes houden weer van koolplanten. Kom maar door met de koolmeesjes. Ze doen hun naam eer aan, al heeft het daar niets mee van doen. Ze danken die naam aan hun zwarte koppies.

Ik mis nog wat vogels in het boekje. De rare en de geluksvogels. Rare vogels genoeg, kijk maar om je heen. En nee, ze kunnen gelukkig niet vliegen. Geluksvogels zijn er wat minder. Dat ik er zelf een was had ik al wel een beetje door. Ik zag van de week een video op YouTube over hoe de wachtlijst voor donororganen werkt. Toen was ik helemaal overtuigd.

Dat ik nu m’n 78e blogpost zit te schrijven is niet mijn verdienste. Daar is door anderen heel veel voor gedaan en ik heb gigantisch geluk gehad. Ik noem je even wat van die omstandigheden waar ik geen enkele invloed op had

• Er was iemand die zijn nieren wilde afstaan bij overlijden
• Ik ben fysiek geschikt bevonden om een nier te kunnen krijgen
• Ik heb een gunstige (veel voorkomende) bloedgroep
• Ik heb weinig antistoffen tegen donororganen
• Ik dialyseerde nog niet
• Een beschikbare donornier matchte perfect met mij
• Eurotransplant en UMCUtrecht ‘regelden het even’.
• Met goede zorg en medicatie ben ik waar ik nu ben

Dat is niet niks en niet eens een uitputtend overzicht. Het domme gezwets van o.a. voetbaltrainers dat je geluk moet afdwingen slaat helemaal nergens op. Het overkomt je. Dan ben je een geluksvogel.
Nu nog leren vliegen, dat lijkt me ook wel wat.