Zelfbeeld

Mijn schaduw valt op het kleed, ik hang onderuit in een stoel. Dat zit lekker, maar schrijft niet zo. In de goede schrijfhouding spiegelt de zon in het scherm van mijn tablet. Ik hang nog even verder met behulp van de spellingschecker. Voor sommige letters moet ik met de andere hand de boel in evenwicht houden. Anders valt de tablet op de grond.

Het ongemak wordt enigszins vergroot doordat mijn handen trillen. Dat is natuurlijk de schuld van de afweerremmer in mijn bloed. Het stukje rijstevla(ai) van zo-even ging al moeizaam naar binnen. Met een tegen het schoteltje rammelend vorkje. In mijn eentje zal het me een zorg zijn. Het is vervelender in gezelschap, dan sla ik het liever af. Je koffiekopje kan je nog met twee handen vasthouden, zonder dat het opvalt. Als ik denk dat ze het doorhebben lukt er niks meer. Ik zie ze medelijden hebben.

Ik leef ermee. Tot het binnenkort anders wordt. Ik moet dit medicijn de rest van mijn leven gebruiken wil ik mijn nier behouden. Rest de conclusie dat ik doodga binnenkort. Niet dus. Ik heb geen plannen.

Het gebibber van mijn handen is door de gespannen armspieren nu zo hevig dat ik rechtop moet gaan zitten om ze laten leunen. Ik las een denkpauze in die helemaal niet nodig is. Dat geeft mijn armen even rust. Nu je het weet valt het je wel op dat ik vaker op die manier zit. Armen rustend op de stoel.

Het trillen en gebibber gaat stoppen. Hoe dan? Ik heb alle soorten afweer onderdrukkende medicatie al geprobeerd. Het een met nog meer bijwerkingen dan het ander. Ik ga het beste op wat ik nu gebruik. Nu blijkt dat de toxische eigenschappen ervan te veel zijn voor mijn nier. Die is erdoor beschadigd en kan zo niet herstellen.

Ben ik toch weer een geluksvogel. Er is een heel nieuw medicijn. Zo nieuw dat er nog niet heel veel over bekend is. Wel natuurlijk bij nefrologen in de ziekenhuizen. Het is niet schadelijk voor je nieren en veroorzaakt niet dat trillen. Geen bijwerkingen dan? Ja, natuurlijk wel.

Ik krijg het eens per maand per infuus. Anders dan zo kan het niet. Klein detail is dat ik erg lastig ‘te prikken’ ben voor een infuus. Een geschikt vat vinden lukt alleen met behulp van echoapparatuur. Dat komt goed. Daar hebben ze een speciale club voor bij UMCUtrecht.

Het spul werkt een maand. Dat is mooi en ook niet. Voordeel is, ik kan weer eens uitslapen. Groot nadeel is dat bij een moeilijk te bestrijden infectie ik niet kan stoppen met het middel. Het zit dan voor langere tijd in mijn bloed. We hebben een keer eerder op deze manier aan de noodrem moeten trekken. Ik hoop dat het daarbij blijft. Ik ga ervoor. Een andere keuze is er niet.

Ik ben benieuwd in de zin dat ik eigenlijk niet kan wachten. Ik kijk niet naar mezelf als slachtoffer, evenmin als overwinnaar. Er is niks te overwinnen. Ik ben een geluksvogel en omarm het leven.

Zoute haring

Een vers visje is niet te versmaden. Maar wat is vers? Alle vishandels verkopen verse vis. Zeggen ze. Ik zal je de details besparen. Ik ben door ervaring wijs en vies van die vis geworden. Van de onfrisse vis. Er zijn ook goeie hoor. Visboeren. Zo noem ik ze nog altijd.

Als klein jochie hoorde ik hem altijd aankomen. Een knetterende halve motorfiets achter een grote platte bakfiets. Ik zie nog die verweerde kop, vissershemd en beenkappen. Een bakfiets vol ijs waarop verse vis. Uit een gat in de hoek van de kar droop het vissige smeltwater op straat. De kabeljauwfilet was ongetwijfeld perfect. Totdat die op m’n bordje lag. Twintig minuten gekookt, overgoten met een beetje gesmolten margarine. Met elk hapje kon je vijf wel minuten doen.

Maar dan over die verse vis hè. Ik heb een goed adresje. Een echte visboer. Kocht er altijd m’n verse harinkjes. Mocht je me voor wakker maken. Heeft nu geen zin, mij daarvoor wakker maken. Eten kan ik ze niet, want rauwe vis en zout. Hoe lekker en gezond ook. Met uitjes tussen een wit bolletje! Ik moet er over ophouden.

Gebakken visje kan wel natuurlijk. Die ga ik weer eens halen bij Wal-Vis. Ben er jaren niet geweest.

Dat begint met nierfalen en eetlust die verdwijnt.
De smaak van je eten is dan ‘weg’. Gewoon eten smaakt vies. Dat bleek een goede manier om af te vallen. Alleen was 20 kilo eraf een beetje veel van het goede. Zitten er nu wel weer aan hoor.

Een nieuwe nier en een nieuwe manier van leven. Geen zoute haring meer. Dat geldt voor veel voeding. Schepklare salades bijvoorbeeld. Lekker voor jou, link voor mij. Verse garnalen of gerookte vis. Kant en klare rauwe groenten of fruit uit een zakje of een bakje, een broodje en koffie bij de pomp. Sausjes of kruidenboter uit een bakje bij de super. Alle kant en klare veel te zoute producten. Ongepasteuriseerde kaas (al die lekkere). No go.

Uit eten gaan doe ik niet. Je hoort het af en toe: ‘ik heb denk ik iets verkeerds gegeten’. Dat betekent voor mij een rondje ziekenhuis. Jij komt eraf met een nachtje beroerd.

Voordat het op een klaagzang gaat lijken: ik heb een nieuw leven gekregen. Daar ben ik blij mee. Dat wil ik graag zo houden. Soms is het wat lastig die voorzichtigheid, maar het gaat vanzelf.

Ik doe eigenlijk niks anders dan wat je doet op je fietsje in het verkeer; zorgen dat je heel blijft, genieten en op weg zijn naar waar je heen wilt. Of zomaar een rondje. Straks even naar de visboer.

Bosdenken

Lekker wandelen in het bos. Ik ben niet zo van de gebaande paden. Toch heb je richting nodig en een manier om je te kunnen oriënteren. Ik heb jaren vrijwilligerswerk gedaan voor een bosbeheerder. Toen bos nog bos was en geen houtplantage. Inventarisatiewerk voor het keurmerk van de nog bescheiden houtkap.

Mierennesten, nesten van buizerds en andere roofvogels, hulstopslag en vogelsoorten in kaart brengen. Letterlijk, met een potlood en een kaartje. Zonder GPS. Dan is het wel handig als je midden in het bos weet waar je je op het kaartje bevindt.

Dat is vooral een kwestie van ervaring en het bos doorgronden. Leren zien waar een bepaalde begroeiing begint en een andere ophoudt. De stand van de zon, de windrichting, als het al waait. Aan bomen kun je vaak zien waar de ‘regenkant’, het westen is. Je leert waar paadjes zijn, tot het herfst wordt in een loof- of een larixbos. Weg paadjes. Dan blijkt pas of je echt de weg weet.

Zo kom je waar bijna niemand komt en je komt er net zo makkelijk weer uit ook. De weg weten en de rust van het bos voelen laat het bos tot leven komen. Niets mooier dan stilstaan midden in het bos. Dan zie je dat het bos leeft. Muisjes, spechten, reeën en wilde zwijnen gaan hun gang. In plaats van jij. Je kunt een regenbui aan horen komen, het ruisen van de druppels beweegt zich door het bos.

Gewoon thuis zoals nu denk ik niet zo vaak op een bosmanier. Dat wil ik vaker doen. Waar ben ik en waar ben ik ook alweer naar op zoek? Op weg ergens naartoe of zo maar aan het heen en weer rennen? In kaart brengen waar ik ben zou wel eens fijn zijn. Op z’n minst erbij stilstaan.

Dat stilstaan is anders dan in een stoel gaan zitten. Het heen en weer rennen gebeurt vooral in mijn hoofd. Dan is denken op een bosmanier nog niet zo gek. Een regenbui in m’n hoofd aan horen komen en het me bewust zijn. En het moment daarna dat de zon weer gaat schijnen ook. Een beetje beter de weg leren kennen in mezelf.

Er zijn er die de weg in het bos al wat beter kennen. Soort boswachters waar je iets van kunt leren. Koester ze.

Green vibes?

Green vibes?. Zou iets heel biologisch kunnen zijn of CO2 neutraal. Zou kunnen, is het niet. Het is geen internethype of iets met een met een hashtag: #Greenvibes?. Kan het natuurlijk wel worden.

Het is een gevoel, een goed gevoel. Dat je wilt delen met iemand. Stuur iemand je Green vibes. Daar hoort dat groene hartje achter.

Voor mij is het mooie, zuivere energie die je aan een ander kunt geven. Liefde zou je kunnen zeggen. Niet die liefde van vlinders in je buik, dat is ook leuk maar dit gaat oneindig veel verder. Daar bestaat niet eens een goed Nederlands woord voor geloof ik. Beyond love. Niet als je verkering uit is, maar liefde waar de wereld op draait.

Niks zweverigs. Het is er echt en we doen er wat weinig mee denk ik. Althans bewust. Vind je het lastig om de goede woorden te vinden? Stuur jouw Green vibes?. Mét dat hartje. Stuur ze in een appje of zo. Krijg je misschien de vraag wat je bedoelt en heb je nog meer reden om je uit te spreken.

Hoe fijn is het om in de luwte te genieten van de najaarszon? De warmte voelen op je huid? Laat ook jouw zon op iemand schijnen, stuur je Green vibes?.

Ben benieuwd naar wie je ze gaat sturen. Hoef je natuurlijk niet aan mij te vertellen.

De dood of de gladiolen

Gladiolen, ranke stelen met sterke felgekleurde bloemen. Met zo’n bosje kan je aardig rondsjouwen zonder dat ze verpieteren. Wielrenners gaan ervoor; de dood of de gladiolen is een wieleruitdrukking. Als je afgelopen weekend iets hebt meegekregen van Parijs-Roubaix dan heb je er beeld bij. Een gevecht op de fiets door de modder en over glibberige kasseien.

Voor de meesten was het niet eens een gevecht voor de winst. Uitrijden en aankomen is een overwinning op zich. Onderweg valpartijen en botbreuken. Misschien is het wel zo mooi omdat het op het leven lijkt. Een heroïsche metafoor. Al voelt dat leven met vlagen minder heroïsch. Maar dat zal ook zo zijn als je met de fiets op je bek gaat.
Opstappen en verder met modder in je ogen en zere poten. Dat is leven. Zien hoe je in Roubaix komt.

Als je dan eindelijk onder de douche staat en de bagger van je afspoelt vraag je je af of je het weer zou doen. Een volgende wedstrijd. Bestaat er zoiets als de wielerhemel? Of ben je er al? Iets te hard gevallen en onder de eeuwige douche. Een wedstrijd zonder finish waar fietsen fijn is.
Geen kapot lijf, geen tegenstanders. Slechts fietsvrienden en gladiolen. De dood én de gladiolen. Ben benieuwd of je dan zonder helm op de racefiets zit. Moet haast wel.

Voorlopig nog maar even mét. Kilometers maken en even niet op je bek vallen is ook fijn. Een eenvoudig aards genoegen. Terug wind mee graag.