Denken

Heb je wel eens nagedacht over hoe je denkt? Denk je stap voor stap, of kijk je meer naar het grotere geheel? Mensen verschillen in hun manier van denken. Dat leidt tot vreemde fricties. Misverstanden, onbegrip en zelfs ruzie. Hoe vaak zeg jij: je begrijpt niet wat ik bedoel?
Het lukt dan niet om duidelijk te maken wat je denkt. Dat ligt lang niet altijd aan jou omdat je niet duidelijk bent en evenmin aan de ander omdat die te dom is om het te begrijpen.

Het tegenovergestelde kom je ook tegen. Een half woord is genoeg. Zo van: jij zegt het en ik dacht het. Om het nog wat ingewikkelder te maken speelt ook je gevoel een rol. Mag je die ander of juist niet. Soms komt het van pas om iets niet te begrijpen. Dan vraagt de situatie om gepast niet begrijpen. Dat is niet aardig, maar soms verrekte handig. Ik spreek voor mezelf hè.

Ik loop wel eens aan tegen ‘niet begrepen worden’, als het gaat om mijn manier van denken. Bij het je voorstellen of bedenken van een bepaalde gewenste situatie of te behalen resultaat. Dat doe ik op mijn manier. Het liefst in abstracte patronen. In eigenschappen van het toekomstig resultaat. Dat is voor de meesten niet concreet genoeg en daarom moeilijk te volgen. Zo onstaan soms misverstanden. Dat zit hem in het verschil tussen conceptueel denken en uitvoeringsgericht denken.

Denken in handelingen, in werkwoorden is heel praktisch en gebruikelijk. Gewoon zoals de dingen gaan als je iets wilt maken, bedenken of bouwen.
Stel je wilt een huis bouwen en je gaat dat doen door hout, stenen, cement en spijkers te kopen. Je schat hoeveel je nodig hebt en je begint. Bouwen, metselen, timmeren, voegen etc. Als het niet te groot en ingewikkeld wordt kom je een heel eind.

Om glasvezel, elektra en water aan te kunnen sluiten moet je het al wat breder bekijken. Het moet ergens vandaan komen. Dat er een oprit bij het huis is die moet aansluiten op een straat maakt het handig dat er een straat is of komt. Wil je straks met de bus naar je werk en de dichtstbijzijnde halte is 10 km verderop dan is dat lastig. Zo zijn er veel dingen in een groter geheel die samenhangen. En die mee bepalen hoe je iets kan uitvoeren.

Als je begint met denken vanuit het grotere geheel, het concept, dan gaat het nog lang niet over spijkers en planken en helemaal nog niet over metselen en timmeren. Zet je zo’n conceptuele denker (mij) en de ‘gelijk aan de slag’ doener bij mekaar dan heb je de poppen aan het dansen als je niet oppast.

Wat wijsheid is hangt denk ik af van je situatie. Ben je van plan een nieuwbouwwijk te ontwikkelen, of een complex informatiesysteem te bouwen, begin dan maar bij het concept. Kijk maar naar veel informatiesystemen bij overheden en bedrijven. Chaos en mislukking. Mag je raden hoe dat komt.

Als je doodziek bent en in een overlevingsmodus zit, dan heb je niet zo veel aan een concept. Bij de pakken neerzitten is één manier. De stap voor stap manier is een andere.

Ik hoor m’n nefroloog al zeggen: maak jij maar eens een plan hoe je denkt dit te gaan overleven. Dat plan maakt zij wel, ik doe de dingen stap voor stap. Tijd nemen om te rusten, herstellen, conditie opbouwen, beetje koffiedrinken en kletsen. In een cyclus en als het zover is, verder naar met de volgende stap. Soms een vooruit en twee achteruit. Dan is de overlevingsmodus heel nuttig. Niet opgeven.

Kortom, geduld en het leven nemen zoals het komt. Koffiedrinken en kletsen is een probaat middel om de moed erin te houden. Het werkt verrassend goed. Thee mag ook.

Je zou kunnen zeggen dat die manier van denken ook een concept is, toch?

Pannenbier

Ik heb nog niet zo vaak een huis gebouwd, of iets anders waar dakpannen op moeten. Eigenlijk nog niet eerder. Maar nu wel! De pannen liggen erop. Mooie rooie op een zwart kapschuurtje. Zelf gebouwd met een paar maatjes. Moest je me een paar jaar geleden vertellen dat dit zou kunnen. Had ik je niet uitgelachen, had ik het stiekem gehoopt. Stiekem vanwege die dooie mus. Maar alle mussen zijn gelukkig nog springlevend. En ik voel me de wandelende levenslust.

Daar hoort pannenbier bij. Om het te vieren. Want dat heb ik een levenlang weinig gedaan, vieren. Wegens vermeend gebrek aan tijd moest ik altijd werken, geld verdienen en zorgen voor een zekere toekomst. Alsof dat een betrouwbaar recept daarvoor is. Ja, je moet ergens van leven. Maar wat valt er te leven als je er geen tijd voor hebt? Achteraf was het meer vluchten dan werken. Werken hielp me om te vergeten. Afleiding is goed, vergeten niet.

Tijd dus om dat vieren een beetje meer ruimte te geven. Ik wil elke dag wel m’n verjaardag vieren. Ik vier er tegenwoordig twee. Elke dag twee keer jarig hè. Doe me dat eens na. Mijn nierverjaardag is op 18 september. Dit jaar wordt het mijn vierde. Er waren tijden dat nog een keer jarig worden niet bovenaan op mijn to-do lijstje stond. Het hoogst haalbare was ‘nog even niet dood gaan’. Dat is aardig gelukt hoor.

Pannenbier dus. Volgens Wikipedia:
“Pannenbier is een term uit de bouw. Wanneer het hoogste punt van een gebouw is bereikt en dakpannen gelegd kunnen worden wordt bier geschonken, dat door de opdrachtgever beschikbaar wordt gesteld.”

Gaat natuurlijk niet om het, overigens niet te versmaden, biertje. Het gaat om het vieren. Samen blij zijn moe en voldaan. Zo werken is niet alleen afleiding. Het geeft voldoening en energie. Waarvoor dat schuurtje is? Dat kun je lezen in m’n vorige blogje.

Samen doen

Piep rommelt wat in z’n huisje, een gezellige walnotendop. Een grijze muis heeft niet veel nodig om zich thuis te voelen. Tintje, zijn vriendin is er vaak. Precies genoeg ruimte voor twee, al helemaal als het koud is.

Na een tijdje wat in de versukkeling te hebben gezeten is Piep wel toe aan ‘onder de muizen komen’. Voorzichtigheid blijft geboden, er heerst nog altijd een akelig muizenvirus.

Piep is een handige muis. Lekker doen en al doende leren. Daar houdt hij van.
Ook van dingen die je overkomen kan je veel leren. Niet dat je daar een gelouterde muis van wordt of zoiets. Nee, Piep heeft niks op met dat soort algemeenheden en dooddoeners. Hij zegt het liever in eenvoudige muizentaal: soms moet je hard op je snuit vallen om de dingen beter te kunnen begrijpen.
Bijna verdrinken met z’n walnoten bootje in de storm was zo’n moment. Je gunt het niemand en toch ook weer wel. Het resultaat ervan tenminste. Snappen hoe fijn de kleine dingen zijn.

Over dingen doen die je geleerd hebt door ze te doen hè. Dat is wat hij weer wil. Beetje aan de slag in zijn groentetuin, beetje klussen. In de moestuin is het fijn in je eentje, dan kan je zo lekker zweefdenken. Beetje zon, beetje wind en wat wieden. Heerlijk helemaal opgaan in je werk. Wel oppassen voor de kat natuurlijk.

Klussen is leuker samen. En zoals het vaak met de dingen gaat, ze komen voorbij als je er klaar voor bent. Nu ook. Piep wordt helemaal blij als hij eraan denkt. Muizen zijn sociale dieren, ze zorgen voor elkaar. Niet allemaal, maar de meesten doen dat wel. Moet je ze soms een beetje bij helpen. Niet door te roepen dat ze iets moeten. Nee, dat werkt anders volgens Piep. Je kan ze faciliteren om het te doen. Een kans geven voor open doel. Als het dan ook nog voldoening geeft gaat het vanzelf.

Moet je eerst even een plannetje maken. Dat plannetje was er al. Een aardige buurmuizin heeft het bedacht. Je maakt een plekje waar muizen die het goed kunnen gebruiken wat te eten kunnen halen. Moet je er wel voor zorgen dat er ook wat ligt. Zoals walnoten, groenten en alles wat je kunt missen. Een klein plekje daarvoor heeft ze al gemaakt.

Een ruimere plek, waar net iets meer in kan en waar het droog en uit de zon kan liggen is nog mooier.
Piep en de buurvrouwmuis hebben hun muizensnuitjes eens bij elkaar gestoken en kijk. Samen doen, samen bedenken en samen werken aan iets nuttigs geeft veel voldoening. Piep heeft twee van z’n maatjes gevraagd om te helpen. Het zijn echte klusmuizen.

Samen bouwen ze nu een ruilschuurtje. Je mag er dingen inleggen en ruilen voor iets anders. Of het alleen geven voor andere muizen. Natuurlijk mag je het eruit halen als je het goed kunt gebruiken. Daar is het om begonnen, samen doen en zorgen voor elkaar.

Het idee is, dat als je bijvoorbeeld veel groenten in je tuin hebt er altijd wel wat over is. Hup, in het ruilschuurtje dus. Kan een ander er ook van genieten. Of van die aanbiedingen in de muizensupermarkt; twee walnoten voor de prijs van een. Hup die tweede in het ruilschuurtje.
Piep is blij en tevreden dat hij weer onder de muizen is.