De dam

Het regent als ik dit schrijf in een piepklein dorpje tegen de Italiaanse grens. Het grappige aan zo’n grensgeval is, dat je hier om de hoek honderd keer op een dag de grens over kunt. Geen douanebeambte te bekennen. Niet aan de Zwitserse kant noch aan de Italiaanse. Een paar kilometer verderop bij Ponte Tresa is er wel controle. Loop je kans dat je bagage wordt gecontroleerd, door Zwitsers natuurlijk.
Boodschappen doen we in Italië. Het vakantiehuis heet Bella Vista en dat héb je ook als de zon schijnt. Het weggetje naar het huis is nooit bedacht om er met een normale auto te rijden. Er zit een bocht in waar je twee keer moet steken om erdoor te komen. Wil je weer weg, dan moet je doorrijden tot het einde van het weggetje. Daar kan je met wat geklungel keren en weer naar beneden rijden. Door die bocht natuurlijk. Italiaanse toestanden en toch mooi. Juist daarom.

De sprinkhanen zijn van reuzeformaat en zitten tegen het raam. Kan je ze goed bekijken van binnen uit. Ze doen niets verkeerd anders dan daar zijn, ze zijn echt heel groot en fladderen als vogeltjes. Als je graag insecten eet, dan heb je aan drie stuks al een aardig voorafje. Een paar erbij en je hebt een hele maaltijd. Doe mij maar een pizza. En een glaasje wijn.

De zon schijnt hier ook hoor, zoals nu. Eind oktober. Het is een dag later. We zijn naar een beroemde stuwdam geweest, die uit de James Bond film GoldenEye. Een akelig hoog en stijl ding. Je hoort en ziet de bungyjumpers krijsend en gillend springen. Ik beleef er mijn eigen spanning. Ben bewust meegegaan erheen, ondanks spontane tegenzin. Ik wil de confrontatie aangaan. De dreiging ervan voelen en weerstaan.

Een stuwdam met een immense hoeveelheid duisternis erachter. Dat was mijn metafoor van wat ik verdrong. Totdat die dam tenslotte brak en ik werd weggespoeld door de herinneringen. Een half leven duurde het voor het zover was. De dam kon breken omdat ik zover was dat ik het zou kunnen verdragen, zeiden ze.
Dat voelde anders. Depressiviteit, jaren lang. Een potentieel dodelijke ziekte. Ik ben er nog en gebruik nu de andere helft van mijn leven om weer mezelf te worden.

Als ik daarna door een paar uitdagingen v.w.b. mijn gezondheid alsnog een paar keer over het randje loop, dan is er niet veel meer nodig. Niet veel om van het leven te genieten als nooit tevoren. En dat lukt.
Dan is regen fijn en zon nog veel mooier. Dan leer ik de mens achter mensen te zien.
Daar kan ik een heel verhaal over houden. Dit plaatje doet het verhaal, ik zit met een cappuccino op het terras van m’n huis en zie en voel dit:

De dam is nu gewoon een dam.

Buitenkraan

Het is nu niet nodig want het valt uit de lucht. Met bakken. Zomers komt het uit de muur, schijnbaar uit het niets. Je draait ergens aan en je bent zeiknat omdat de slang er niet goed op zit. Op je buitenkraan. Gieters vol heb ik gegeven aan de plantjes die smeekten om vocht deze zomer. Nu zijn ze al bijna in winterslaap en worden ze even gewassen. Water uit de lucht.

Stel jouw context is dat water uit de lucht komt, van je bananenbladeren dak afdruppelt of als een rivier voorbij stroomt. Dat je nog nooit een kraan hebt gezien laat staan er eentje hebt opengedraaid. Dan weet je niet wat je ziet als er water uit de muur komt, uit de buitenkraan. Dat gaat dan je voorstellingsvermogen volledig te boven.

Nu is water water en dat blijft het altijd. Het kan verdampen, wordt een wolk en daarna regent het weer op je hut in het bos. De druppels lopen de rivier in op weg naar de zee om op een bepaald moment weer te verdampen. Een kringloop. Niet bar ingewikkeld, als je weet hoe het zit. Of het komt gewoon uit de muur.

Ik raak er niet over uitgedacht of ik zelf onderdeel ben van een kringloop. En hoe dat dan zit. Ik kom uit het niks en ik verdwijn op een bepaald moment in het niks. Maar hoe niks is dat dan? Het gaat mijn voorstellingsvermogen te boven.
Ik kan er allerlei wetenschappelijke theorieën tegenaan gooien. Geloven hoe het zit omdat het in een boek staat. Maar uiteindelijk weet ik het nog steeds niet. En jij ook niet.
Water kan niet over zichzelf nadenken, niet zich bewust zijn van zichzelf. Dat is een prettige omstandigheid voor water denk ik. Je druppelt, stroomt en verdampt gewoon lekker en dat is het. Oneindig natuurlijk.

Ik kan er wel over nadenken er over schrijven zelfs. Dat voelt eigenlijk best goed. Dringt zich de vraag op af het ook oneindig is. Hoe oneindig ben ik?
Iets om over na te denken misschien. Ik dacht vanochtend laat ik het eens opschrijven en het aan jou vragen. Vertel me als je weet hoe het zit.

Verbonden

Je telefoon gaat, je neemt op en hoort nadat je je naam zei: sorry verkeerd verbonden of: ik heb een verkeerd nummer gedraaid. Die uitdrukkingen, vooral de laatste, liggen ouderen in de mond bestorven.
Ideetje voor een gadget voor je mobiel, geen toetsen maar een digitale draaischijf. Kan je leuk op de retrotour. Heb je misschien minder de neiging om te bellen, want je hebt zo een verkeerd nummer gedraaid.

Verbinden, al of niet verkeerd, is overal. Als je met de trein moet heb je natuurlijk een slechte verbinding. Kan ook met je smartphone, als je begint te schreeuwen. Dat duidt in sommige gevallen op een slechte verbinding. Ga je in Italië naar het ziekenhuis, sta je buiten en is je verkeerde pols ingezwachteld.

Soms heb je geen verbinding, met niks en met niemand. Dan staat je telefoon uit of je hebt geen bereik.
Geen bereik ligt aan je provider of de afwezigheid van een zendmast in de buurt. Voor je smartphone dan.

Je hebt zelf ook bereik, om te kunnen verbinden. Met iemand anders. Kan aan en kan uit. Misschien sta jij wel uit zonder dat je er erg in hebt. Je bent zendmast en ontvanger tegelijk, als je wilt
Verbinding. Met iemand anders. Dat is mooi. Maar moeilijk! Nee, denk het niet. Het is voor jou niet weggelegd en die anderen hebben geen belangstelling? Geloof ik niet. Tip: zet eerst je ontvanger eens aan. Dat gaat bijna letterlijk. Begin met niet iets te vinden van die ander. Laat maar binnenkomen. Wees een beetje nieuwsgierig.

Je zegt nooit iets verkeerds? Misschien onbewust toch wel. Een fronsje, een licht optrekken van je wenkbrauw, even wegkijken en je hebt een heel verhaal verteld. Of een nietszeggende uitdrukking op je gezicht. Je zegt de meeste dingen zonder dat je een mond opendoet. Ogen kunnen praten. Het zijn echte kletskousen.

Het is wie je bent. Laat maar zien. Jezelf. De meeste mensen zijn best aardig. Helemaal als jij dat ook een beetje bent. Finetunen en filteren komt daarna. Je hoeft echt niet met iedereen te verbinden. Zeker niet met stoorzenders. Jij kiest. Soms kom je dan iemand tegen die je nog nooit hebt ontmoet en die je toch al je leven lang lijkt te kennen.