Piepjong

Piep is een jonge muis. Op hem slaat de uitdrukking piepjong. Tintje, zijn vriendin, associeert het meer met eventuele nakomelingen, zegt ze. Zover ben ik nog niet, roept Piep dan. Tintje hoeft maar een wenkbrauw op te trekken.
Ze denken wel eens na over oud worden, hoe je dat doet en of je er ook maar enige invloed op hebt. Volgens Tintje word je het al doende als je gezond blijft. Maar is het ook leuk om een oudere of oude muis te zijn? Piep kan zich er niet veel bij voorstellen, zo veel plannen nog en zoveel dingen te doen. Dan heb je helemaal geen tijd om oud te worden. Piep is nog niet eens op een derde van zijn muizenleven en het voelt of hij er al een eeuwigheid is.

Als je het telt in kerstbomen dan krijg je meer idee van de tijd. Dan moet je nog meer dan twee keer zoveel kerstbomen kopen en versieren dan je er tot nu toe binnen hebt gezet. Of die nepper hebt uitgeklapt, maar dat is hetzelfde.
Tenminste, als je zo oud wordt. Heeft het zin om daarover na te denken? Of word je daar somber van? Zo van oud en gebreken. Volgens Tintje komt er op den duur meer rust in je leven, als je ouder wordt. Je gaat de dingen beter begrijpen, vooral jezelf. Door je af te vragen waarom je iets doet of voelt. En wat dan je drijfveren zijn.

Je doet veel dingen omdat het zo hoort, dat heb je geleerd. Denk je. Je hebt je alleen nog niet zo vaak of goed afgevraagd waarom iemand anders vindt dat het zo hoort. Dat jij je zo gedraagt en zo voelt. Daar begon het. Daarna ging je dat regeltje op jezelf toepassen en dat was het. Aanpassingsvermogen heet dat. Voor als je iets wilt bereiken.

Wat zit je afwezig te kijken? Vraagt Piep. Oh niks, of juist niet niks. Ik vroeg me af wat we willen bereiken. Piep z’n snuitje is een en al vraagteken, bereiken? Ja, bereiken en waarom eigenlijk.
Samen oud worden? Vraagt Piep. Is dat wat je bedoelt? Nee, zegt Tintje, want je weet het nooit. En als het niet lukt dan word je ongelukkig. Niet samen oud worden dan? Nee, nee Piep doe eens rustig.

Het gaat denk ik niet om doelen halen en er dan pas gelukkig van worden. Want dat is ongeveer een recept voor teleurstelling frustratie en verdriet. En die overkomen je waarschijnlijk toch wel ergens onderweg. Dan hoef je er niet nog eens extra je best voor te doen.
Het gaat meer om die rust in je leven, zegt ze. Kijken, zien en zijn. Proberen uit jezelf te stappen om naar binnen te kijken bij jezelf. Wow, zucht Piep, je blaast me van mijn sokken. Tintje lacht, je hebt nog wel tijd hoor. Je kunt het niet versnellen, maar gebruik wel elke dag.

Dan merk je dat samen koffiedrinken belangrijk is, dat het eigenlijk minstens zo belangrijk is als werken en iets bereiken.
Ok, zegt Piep, koffie? Ja, daar ben ik wel aan toe.

Melk

Hoe melken klinkt, het geluid van de melk in de emmer. Ken je dat? Hoe verse melk schuimt en ruikt. Hoeveel werk het is om een paar koeien met de hand te melken. Een schone doek over de melkbus om de melk te zeven. Dat de poezen al klaar staan omdat de melk uit de uitgeknepen doek voor hun is. Een houten melkrek waar de schoongespoelde melkbussen op liggen.
Zomers is er geen frisdrank, maar in de kelder staat altijd een kleine melkbus met karnemelk. Er hangt een pollepel in. Mag je van drinken als je dorst hebt. Vind ik nog altijd lekker, karnemelk.

Melk, een paar koeien een boerderij. Om van te kunnen leven. Voeding, gezondheid en inkomsten. Melk is voor kalfjes? Ja natuurlijk, maar niet alleen maar.
Mijn grootouders waren boeren en leefden van het vee en van wat het land opbracht. Veevoer kwam van hun eigen land. Gras en hooi en mangels (voederbieten) voor de winter. Een stal met vier koeien ruikt lekker en is warm in de winter. Als ik in bed lig hoor ik ze. Doe de deur op de overloop open en je staat op de hooizolder boven de koeien. Nieuw hooi nodig? Je schuift gewoon een plak van een hooibaal over het randje en dan ploft het zo in de stal voor de koeien. Naast een hoopje mangels en de bietenmolen. Moet je met de hand aan een slinger draaien. Het klinkt als een ouderwetse snijbonenmolen keer tien.

Er zijn veel landen waar ze nog op deze manier leven. Waar koeien en melk een levensvoorwaarde zijn. Een bestaansrecht.
Bio-industrie is me een gruwel. Waardeer echte boeren en met respect gehouden koeien en lekkere melk. Doe havermelk in je koffie als je dat beter vindt.

Bij me

Iets positiefs voelen voor iemand is een. Het uitspreken is wat anders. Hoe meer je opgroeit en leert hoe het hoort hoe minder je dat doet. Het voelen nog wel, zeggen niet meer. Woorden als gênant en schaamte en een gedegen opvoeding brengen je dat wel bij. Het kan zover komen dat je gevoel er helemaal uit gaat. Ratio is het toverwoord. Gebruik je verstand en gedraag je. Dan heeft oprechtheid en zuiverheid niet veel kans.

Het is goed om vooraf te bedenken wat je woorden voor effect zullen hebben. Ik heb trainingen gevolgd om dat kunstje onder de knie te krijgen. De klank van je stem, je houding en lichaamstaal, daar kan je geld mee verdienen.
Achter die sluwe cursussen zit het besef wat het effect is van oprechte belangstelling. En de wens om die als een goed acteur te veinzen. Alles voor een carrière. En voor de omzet van het bedrijf. Gelukte kunstjes werden met champagne gevierd, weer een dikke deal gescoord. Toen ik doorkreeg dat ik er goed in kon worden en dat werd aangemoedigd, vielen er een paar kwartjes.

Het gevoel de boel te moeten belazeren kreeg de overhand. Van het ene op het andere moment heb ik er een punt achter gezet. Tot verrassing van sommigen.
Hoe het wel echt kan zie je bijvoorbeeld in kinderen. De uitspraken die ze doen en hoe ze zich als zichzelf gedragen. Zegt de ene kleinzoon toen hij drie was: opa woont niet meer in het ziekenhuis. Kreeg ik tranen van in mijn ogen. Hij is nu vijf en zegt regelmatig: ik vind je lief.
De andere van twee strekt zijn armen naar me uit en zegt: bij me. Ik til hem op en hij slaat zijn armen om mijn nek.

Hoe vaak zou jij tegen iemand willen zeggen ‘bij me’, of ‘ik vind je lief’? Veel vaker dan dat je dat ook werkelijk doet, denk ik. Zo werkt het bij mij. Er zijn ongeschreven regeltjes in m’n hoofd, die maken dat ik het niet doe. Wel tegen mijn (klein)kinderen natuurlijk.

En als ik het al eens durf bekruipt me het gevoel dat ik het moet uitleggen, het moet afzwakken. Dan zeg ik er bijvoorbeeld bij dat als ik het nu niet zeg, wanneer dan wel? Dan wordt het al wat gemakkelijker. Nu die regeltjes nog even uit mijn hoofd krijgen.