Het sneeuwt blaadjes

Het is herfstig vandaag en dat is nog maar het begin. De weersvoorspelling die ik tussen de online-reclame uitvis is duidelijk. Buien aan de lopende band.

Bij elke nieuwe ijzige regen- en hagelbui steekt de wind op en blaast wel duizend blaadjes de lucht in. Ze vallen niet zoals blaadjes horen te doen, ze stijgen eerst op en vormen een soort sneeuwbui. De kat op het dak bij de buren weet niet wat ie ziet. Uiteindelijk dwarrelen de blaadjes naar beneden als ze in de luwte komen. Gelukkig maar. Anders zou de test niet goed kunnen verlopen.

Dwarrelen of vallen mag allebei.

Ik heb voor mezelf het bewijs geleverd. Dat het voor mij niet van toepassing is. Daarmee zeg ik niet dat het voor anderen niet zou kunnen gelden.

Ik word er zelfs vrolijk van, vallende blaadjes. En dat met zoveel tegelijk! Niet af en toe eentje, nee hup met z’n allen. Dan zou het effect ook veel groter moeten zijn toch? Dat je er dus heel erg somber van wordt.

Ik ga telkens zodra de zon weer achter de koude grijze regenlucht verdwijnt voor het raam staan. Dat wil je niet missen. En ja, keiharde windvlagen en daar gaan er weer duizend. Los geblazen van de machtige eiken 30 meter verderop langs het kerkhof. De kat op het dak kijkt me aan en knipoogt. Ik meen een glimlach op zijn kattenbek te zien.

Even later schijnt de zon alweer op de kronen van de eiken.

De luiken dicht

Een boerderijtje met de luiken dicht na het middaguur. De zon en de warmte mogen buiten blijven. Tijd voor een middagslaapje. Even rust in de kop en buiten buitensluiten. Niks nieuws, maar wie doet het nog? Moet je wel luiken hebben.

Japanners hebben die niet nodig. Het is in hun cultuur verankerd dat je overdag af en toe een verkwikkend slaapje doet. In de trein of achter je bureau. Ogen dicht en even weg. Rust in je kop.

Ik doe het ook, na de middag op de bank. Ben binnen een paar minuten vertrokken en met tien minuten, een kwartiertje weer wakker en fit. Rust in m’n kop.

Eergisteren lukte dat niet, ik heb een coronaprik gehaald. Ik doe alles wat helpt om niet ziek of minder ernstig ziek te worden. Alle beetjes helpen volgens de nefroloog.

Door afweer onderdrukkende medicatie is het effect van een vaccinatie voor mij minder sterk. Ik maak minder afweerstoffen aan. Het is niet anders. Tegelijk snap je dan dat als ik ziek word de gevolgen ernstiger kunnen zijn. Voor jou ‘simpele’ infecties waar je misschien wel helemaal niks van merkt kostten mij de afgelopen jaren 6 weken ziekenhuisopname. Het ging goed, soms maar net.

De locatie voor de coronavaccinatie was in een hotel-restaurant met een kneuterige sfeer. Het was druk en de ruimte was veel te krap en slecht geventileerd. De arts voor de beoordeling van speciale gevallen zat achter de bar. Prima plek om een kwetsbare groep een dik half uur op te slaan. Voor de prikmevrouwen was het een gezellig dagje. Praatje maken met iedereen en tempo nul. Bij gebrek aan luiken groeide mijn ergernis met de minuut. Juist dit soort omstandigheden mijd ik als de pest. Die uitdrukking is er natuurlijk niet voor niks.

Toch heb je die luiken wel, het lukt mij niet altijd om ze dicht te krijgen. De ergernis leidt tot niets, behalve dan dat ik er chagrijnig van wordt. GGD heeft iets te maken met gezondheid meen ik. Een coronaprik ook al. Hoe kun je dan zo stom zijn?

Dat brengt een theorie boven over hoe bedrijven en organisaties werken, als een soort zeef. In de loop van de tijd blijft er een bepaald soort mensen hangen. Het is een selectief proces. Degenen die zich er niet thuis voelen vertrekken vanzelf. Wat je overhoudt heet bedrijfscultuur, een ingedikte manier van doen. Het is niet voor niks moeilijk tot bijna onmogelijk om een bedrijfscultuur te veranderen.

Het is nogal cynisch om het zo te bezien.

Veel slimmer is om m’n mentale luiken dicht te doen en buiten buiten te sluiten. Ik leer het nog wel eens.