Gladiolen, ranke stelen met sterke felgekleurde bloemen. Met zo’n bosje kan je aardig rondsjouwen zonder dat ze verpieteren. Wielrenners gaan ervoor; de dood of de gladiolen is een wieleruitdrukking. Als je afgelopen weekend iets hebt meegekregen van Parijs-Roubaix dan heb je er beeld bij. Een gevecht op de fiets door de modder en over glibberige kasseien.
Voor de meesten was het niet eens een gevecht voor de winst. Uitrijden en aankomen is een overwinning op zich. Onderweg valpartijen en botbreuken. Misschien is het wel zo mooi omdat het op het leven lijkt. Een heroïsche metafoor. Al voelt dat leven met vlagen minder heroïsch. Maar dat zal ook zo zijn als je met de fiets op je bek gaat.
Opstappen en verder met modder in je ogen en zere poten. Dat is leven. Zien hoe je in Roubaix komt.
Als je dan eindelijk onder de douche staat en de bagger van je afspoelt vraag je je af of je het weer zou doen. Een volgende wedstrijd. Bestaat er zoiets als de wielerhemel? Of ben je er al? Iets te hard gevallen en onder de eeuwige douche. Een wedstrijd zonder finish waar fietsen fijn is.
Geen kapot lijf, geen tegenstanders. Slechts fietsvrienden en gladiolen. De dood én de gladiolen. Ben benieuwd of je dan zonder helm op de racefiets zit. Moet haast wel.
Voorlopig nog maar even mét. Kilometers maken en even niet op je bek vallen is ook fijn. Een eenvoudig aards genoegen. Terug wind mee graag.