Ik heb me deze week als donor geregistreerd. Als ik het vertel in mijn omgeving blijkt dat diverse vrienden en kennissen dat allang gedaan hebben. Anderen zijn extra geïnspireerd. Waarom deed ik dat zelf dan niet veel eerder? Ik heb er vóór mijn eigen transplantatie nooit zo bij stilgestaan. Slordig, onnadenkend? Of het onderwerp stilletjes vermeden. Ik weet het niet zo goed. Ik denk dat er velen zijn zoals ik. Dit jaar móet je een keuze maken. Dat belooft nog wat moois.
Ik heb wel wat vragen aan m’n nefroloog. Zoals, hoe geschikt is mijn lichaam eigenlijk nog na alle behandelingen en door de medicijnen die ik gebruik. Ik hoop dat er nog wat goede onderdelen bij zitten.
Het blijft bijzonder dat ik weer gewoon rondspring, op mijn fiets zit en met m’n broer een biertje kan gaan drinken. Er zijn momenten geweest dat mijn naasten dachten dat het niet meer zover zou komen. Gek genoeg had ik daar toen zelf niet zo’n erg in. Als de verpleegkundige zijn of haar naam, de datum en de dag op het whiteboard schreef dan wist ik dat ook weer. Daarnaast stond een lijstje met bezoek voor die dag. Ik had nierfalen en nog wat extra dingetjes die overleven ingewikkeld maakten.
Ik ben nu wat steviger geworden door de prednison. Lig er niet wakker van. Hoef maar te denken aan toen ik kon lopen nog staan zonder vastgehouden te worden. Bij gebrek aan spierkracht. We stelden elke dag een doel om wat verder te lopen. Dat begon met het bankje aan de andere kant van de gang. Gezien in de breedte van de gang dan hè.
Eenmaal thuis en om weer fitter te worden en het dialyseren zolang mogelijk uit te stellen deed ik iets raars. In de ogen van sommigen dan. Ik haalde het maximale uit mijn voeding in overleg met de diëtiste. Dat is niet zo raar. Én ik kocht een nieuwe racefiets. Daar heb ik nog niet veel en al helemaal niet hard mee kunnen rijden. Maar wel goed voor m’n conditie. Met name mijn mentale conditie. Die fiets is het symbool voor toekomst geworden. Elke keer als ik in de schuur kom moet ik hem even aanraken. Voelen of de banden nog hard genoeg zijn. Ik durf het nog niet aan er kilometers mee te maken. Lijf zegt dat het bijna zover is. Hoofd wil nu al wel. En verder is het prutsweer natuurlijk. Hoewel dat me niet tegen gaat houden. Soms is er niets lekkerder dan tegen wind en regen in te fietsen. Moet je op de terugweg wel de wind mee hebben natuurlijk.
Er zijn ook klote dagen. Die gaan voorbij. Er zijn veel meer fijne dagen. Ik heb beloofd om te schrijven over leven met een donornier. Daar hoort ook bij dat hoofd of lijf soms geen zin heeft. Ik leer om opnieuw te vertrouwen op mijn lichaam.