Het is weer juli. Er is niets wat dat tegenhoudt. Vakantietijd, lekker weer, vaak. Ben jarig in juli. Zou de titel van een liedje kunnen zijn; jarig in juli. Een melancholiek liedje dan. Met herinneringen aan verjaardagen zonder feestje, want iedereen op vakantie. Een later ingehaalde verjaardag is niet half zo leuk. Ze weten dat je niet echt jarig bent. Echt een leuk liedje. Wel een triest liedje als ik er langer over nadenk.
Voor dat laatste heb ik meer dan tijd genoeg. Want het is weer juli. Juli, dan heb ik ook wat. En zo is het al jaren. Beetje de Tour de France kijken. Rondje door de kamer lopen omdat je niet meer weet hoe je moet zitten. Weermannen en -vrouwen die om het hardst de hoogste temperaturen voorspellen.
De vooruitzichten zijn dat ik nog wel even tijd heb om de Tour te kijken. Mooie sperziebonen in m’n tuin, kan ik er niet bij. Het is weer juli, sperziebonentijd. Wist je dat ze erg lekker zijn met grove mosterd? Koud kan ook in een salade. Dat is alleen maar lekker met sperzieboontjes uit mijn tuin hè. Die elastieken groene dingen uit de supermarkt zijn niet te vreten. Nu beledig ik je misschien, maar dat komt alleen maar omdat je niet weet hoe lekkere sperziebonen smaken.
Ik heb aardig de gang. Een beetje schofferen en mekkeren. Daar knap ik van op.
Kutcorona. Heeft het me toch te pakken. Maar ik win.
Mensen vragen wel eens of het fijn is om alles van je af te schrijven in een blogje. Nou, dat is niet waarom ik het doe hoor. Ben bovendien altijd opgewekt. Nu ik de indruk wek dat ik het toch doe houd ik er wel mee op. Dan hoef ik je ook niet te vertellen dat ik voor de zoveelste keer overweeg om mijn moestuin van de hand te doen.
Al jaren lukt het me niet of bijna wel om alles weer op orde te krijgen. Was zo goed als gelukt voor mijn vakantie in juni. Dan is het een kwestie van die tuin bijhouden. Het lijkt wel op wielrennen. Zolang je in het peloton zit ga je mee. Als je er af waait, kom dan maar weer terug. Ik kan aardig wielrennen, maar waai er al jarenlang in juli van af. Mechanische pech. Een wielrenner pakt gewoon een nieuwe fiets. Ik reken op mijn oude karretje.
Alleen nog even geraniums kopen, voor op de vensterbak thuis. Kan die tuin weg. Kan ik de volgende juli en de daarop volgenden bedenken hoe stom het was.
Het moet erg zijn denk ik, om gezond en wel achter die vreselijke planten op je vensterbank te zitten. Mopperend over hoe waardeloos het leven is. En dat weer in juli.
Soms moet ik me even ergeren aan het onvermijdelijke. Ben eigenlijk heel erg blij dat ik mag leven. Ik ben er nog en dat zal je weten. We eten vanavond sperzieboontjes uit m’n tuin.