Ik heb met mensen dat ze of m’n energie gebruiken of ik krijg energie van ze. De eerste categorie vermijd ik zo mogelijk. De tweede kan me vleugels geven. Ze zijn fijn om mee om te gaan, worden soms vrienden. Alleen zo zwart wit als ik het hier stel is het natuurlijk niet. Het is meer een bandbreedte waartussen mensen variëren.
En je hebt de katalysators. Dat is een slag apart. Die moet je koesteren.
Ik verbeeld me niet dat ik hier even uiteenzet hoe menselijk relaties in elkaar zitten. Ik vis er iets uit om het voor mezelf onder woorden te brengen. Dat is fijn aan schrijven. Als ik het aan jou wil vertellen moet ik het eerst goed formuleren.
Ik heb het niet altijd direct in de gaten. Of iemand een katalysator is. Ik reageer op taalgebruik, woorden en intentie en het meest nog op non-verbale communicatie. Gevoel. Je kent het wel, dat je iemand gelijk mag of juist helemaal niet. Dat ik daarbij een filter gebruik ben ik me vaak niet bewust. M’n levenservaring, vooroordelen en vooringenomen ideeën vergezellen me.
Als iemand mijn energie verbruikt voel ik het fysiek. Dat toelaten maakt me hondsmoe. Zo ver laat ik het allang niet meer komen. Helemaal niet als die ander me een schuldgevoel probeert aan te meten om toch de gewenste aandacht te krijgen.
Er op die manier mee omgaan lijkt egoïstisch. Maar is het niet. Allesbehalve. Dat is misschien wat je denkt dat een ander denkt. En als ze het echt denken, hebben ze pech gehad.
Open staan en luisteren brengt me dan nergens. Vriendelijk of minder vriendelijk er een punt achter zetten werkt wel. Of negeren.
Ken je dat? Je komt geen meter verder met iets dat je bezighoudt. Soms al jaren. En ineens zie je licht in de duisternis en kom je wel vooruit. Bijzonder.
Dat is wat een katalysator voor me doet. Het vraagt wat tijd en interactie. Maar als ‘het’ er eenmaal is begint het proces te lopen.
In de scheikunde is een katalysator een stof die een proces op gang brengt of versnelt. Zónder zelf verbruikt te worden in dat proces. Dat is de clou.
Gaat met mijn katalytische vrienden ook zo. Ik kan ze niet kiezen, wel ontmoeten. Het gebeurt af en toe. Je komt op elkaars pad. Wat me helpt, is dat ik er meer voor opensta. Ben in de afgelopen jaren een stuk eerlijker geworden tegen mezelf.
Het resultaat is dat ik inzicht krijg in dingen die me soms al een leven lang dwars zitten. Waar ik tegen vecht. Ze lossen op zoals de zon een mistbank laat verdwijnen.
Voorbeeld? Voor mij is het m’n gevecht tegen schijnheilig geloof. Uit ervaring is dat voor mij de illustratie van het begrip hypocrisie. Opgegroeid in een christelijke hypocriete omgeving.
Een oprechte en gelovige katalysator ontmoeten is dan een klein wonder. Misschien wel een groot. Ik word er niet gelovig van. Kan wel eindelijk m’n vooringenomenheid zien en erkennen. Inzien dat ik er op mijn beurt een ander onrecht mee doe.
Het maakt voor mij leven leuker. Voor die ander ook denk ik.