Lat

Met een nieuwe nier kan je weer alles. Duurt soms even. Helemaal waar en ook helemaal niet. Als je nieren niet of nauwelijks functioneren dan kan je weinig of niets. Of alles maar heel kort. Dat laatste is niet echt zo. Je kunt niet heel kort een wedstijd voetballen of een rondje hardlopen. Je kan wel alles positief bekijken en dan kan je ineens best veel. De oplossing is gewoon de volgende keer verdergaan waar je gebleven was. Zoals gezegd, dat lukt niet echt met voetballen, of dat rondje.

Met een nieuwe nier kan je dus wel alles. In elk geval langer. Daar zit hem een beetje de kneep. Ik kan nog altijd niet een wedstrijd voetballen. Lig er niet wakker van. Ik kan wel al die onderbreekbare dingen veel langer. Heel veel langer. Dan komen er heel veel doenbare dingen bij. Gaat het weer lijken op een normaal leven. Is het ook weer. Er zit een leuke leercurve in. In het begin is het niet heel leuk die curve. Later ook niet. Wat is er dan wel leuk en leerzaam aan?

Ik leer nu wat ik dacht dat ik allang kon. Dat ik er goed in was. Niet dus. Ik leer iets bij en ik leer wat af. Om met dat laatste te beginnen. Ik leer langzaamaan af om de lat steeds maar hoog te leggen.
Grappig is om je af te vragen wat er nu zo uitdagend is aan hoe hoog je de lat legt. Is het de overwinning van eroverheen springen, of is het die grijns als je er onderdoor loopt en zo ook aan de andere kant komt. Lijkt wat flauw. Het heet relativeren. Uiteindelijk leg je de lat op haalbare hoogte en spring je er overheen. Nog fijner is de lat weglaten en kijken wat er allemaal kan. Lekker springen zonder lat.

Wat ik bijleer is dat het voldoening geeft om het zo te doen. Van frustratie naar voldoening. Zomaar? De hobbel die je moet nemen heet afscheid. Je moet afscheid nemen van een beeld dat anderen hebben van jou. Denk je. Ik bedoel je moet afscheid nemen van het beeld waarvan jij meent dat anderen hebben van jou. Je kan het niet waarmaken, lukt niet meer. En meer van die onzin. Doe die gedachte maar weg dus.

Het ligt wat genuanceerder. Er zijn dingen die buiten je bereik liggen. Dingen die je misschien eerder veel plezier en voldoening gaven. Dat loslaten voelt als een afscheid. Het gevoel wat ik daarbij heb vat je het beste in het woord melancholie. Zoete pijn.

Kan het wel illustreren voor je. Ik had altijd een grote moestuin. Zo’n twaalfhonderd vierkante meter. Heb hem afgelopen jaren al eens flink kleiner gemaakt. Ik kon bijna niks meer. Een paar weken geleden nóg kleiner. Moest ik een zelfgebouwd schuurtje bij opofferen. Dat deed wel pijn. Nu het zover is voelt het goed. Heb een nieuw schuurtje gebouwd. In etappes. Alles latloos. Niet het schuurtje. Ik! Mooi woord vind ik. Latloos.