Je hebt vee en je hebt vee. De ene soort is dierlijk, de andere menselijk. De laatste is beestachtiger dan de eerste.
Mijn kat ligt lekker te slapen op de bank. Waarom eten we die niet vanavond? De gedachte aan wat het vergt om zover te komen laat me huiveren. Ik ben geen vegetariër, eet vanavond runderrollade. Met minder zout.
Mijn opa had een boerderij. Het slachten van een kip of een konijn was voor mij iets heel gewoons.
Ik ga niet de discussie met je aan of je al dan niet vlees zou moeten eten. Als je vindt van niet, prima. Wat ik bijzonder vind is het afwijzen van vlees en het wel eten of drinken van bijvoorbeeld eieren en (geiten)kaas en melk. Om die te produceren moeten er kippen/hanen, geitjes en kalfjes geboren worden. De mannelijke exemplaren verdwijnen op een ‘onprettige’ wijze in het handelscircuit, of worden gelijk afgemaakt. Daar ga je met je vegetarische bedoelingen.
Wat dan wel? Daar kan ik je niet het ultieme antwoord op geven.
Dat heeft met ethiek van doen. Daar begint het verschil van mening. Daarmee vind ik niet gezegd dat je dieren alles maar aan mag doen, zolang er geld mee verdiend kan worden. Geld zet ethiek vaak behoorlijk onder druk.
Ik denk dat mijn opa zou gruwen van de manier waarop nu vee wordt gehouden. Ik weet net zoals jij dat het anders kan. En dat gebeurt gelukkig ook. Alleen nog veel te weinig. Dat komt door de enorme financiële belangen. De belanghebbenden verweren zich uit alle macht. Ze hebben namen van supermarkten, zuivelbedrijven en vleesverwerkers. En daar gaat nóg een hele wereld achter schuil. Niet alleen de agrarische.
In ons land is er ook een groot politiek (lees financieel) belang. Als vertegenwoordigers van de minder ethische industrie een partij hooghouden dan wordt het eenvoudiger. Eenvoudiger om je ethische principes overboord te zetten. Om je met drogredenen of regelrechte leugens vrij te pleiten. Geloof (het) of niet.
Check naar eens waar jouw partij voor staat. En vergelijk het met waar je eigen ethisch kompas zegt dat het noorden ligt.
Je mag er zelf over nadenken. Ik vind zelfs dat je erover na móet denken. Tenminste als je een ethische omgang met dieren belangrijk vindt. Ik stem op een partij die naar mijn mening best nog meer aan dierenwelzijn kan doen. Dat laat ik ze weten. Zo werkt het.
Nog even over dat andere vee. Het stemvee. Dat ben ik en dat ben jij.