Je kent het wel, als karaktereigenschap, of als volksaard misschien. Natuurlijk niet wetenschappelijk bewezen. Eigen observatie.
Ben op vakantie in het ene land en als ik op mijn terras zit zie ik voor 90% het andere land; Italië. Dat heeft grote voordelen in mijn ogen, ook voor de portemonnee. Bedek in mijn vakantieland de bodem van je winkelwagen met boodschappen en je bent zomaar CHF 100 kwijt. In dat andere land koop je voor hetzelfde geld de dubbele hoeveelheid. En zeker geen mindere kwaliteit.
Acht kilometer verderop is een officiële grensovergang bij Ponte Tresa. Met een goede kans op controle en file. Hier om de hoek cross je zo de grens over. Geen (douane) kip te zien. ‘s Nachts zit ie dicht. Maar dan slaap ik.
Lekker boodschappen doen dus in een Italiaanse supermarkt. Een waar genoegen. Italianen houden van eten en drinken. Ik ook. Het zijn van nature een beetje druktemakers praten met hun handen en ze hebben die eigenschap; voordring drang. Het viel me op toen de zoveelste auto van rechts die geen voorrang had pas stopte toen zijn neus een centimeter of dertig op de rijbaan stond. En ook dan pas kijken of er iets aankomt hè . Ze doen het allemaal. Alsof zo geleerd bij de scuola guida auto. Kan me dat wel voorstellen.
Zo’n rijinstructeur heeft natuurlijk ook voordring drang. Je schrik elke keer als ze hun kunstje flikken. Misschien nóg een reden om hier wat langer op vakantie te gaan, dan slijt het en doe je het zelf ook.
Rijd maar eens wat vaker door de Amsterdamse binnenstad; voordring drang op z’n Mokums. Je gaat rijden als een taxichauffeur. Heb het daar ook van eentje geleerd. Toon heette die. De route afkorten dwars door parkeergarages, tegen de richting inrijden en bruggetjes nemen zodat de wielen bijna loskomen. Natuurlijk je neus de straat opsteken als je geen voorrang hebt. Voorrang moet je nemen. Voordring drang dus. En dan die grijns op z’n smoel, als het lukt.
In vind het wel wat, vakantie in Italië.