Als je graag Piep leest, dan zijn er wat dingen die je moet weten. Over wat de muizenwereld beweegt. Als mens is het natuurlijk lastig om je daarin te verplaatsen.
Piep behoort tot de veel voorkomende gewone grijze muizen. De weinig opvallende kleur is kenmerkend. Je ziet ze overal. Woestijnmuizen bijvoorbeeld kom je eigenlijk nooit tegen in de boomgaard. Op enkelen na, die helpen met het oogsten van walnoten. Ze wonen ergens in het oude bungalowpark een eind verderop. Wat hij over ze weet is dat ze niet grijs zijn maar toch nuttig.
Wat je wel ziet in de boomgaard zijn woelmuizen. Ze zijn te herkennen aan de donkere kringen onder hun ogen. Zitten hele charmante muisjes bij en ze vinden Piep ook wel leuk. Tintje, de mooiste gemêleerd grijze is z’n vriendin. Ze slaapt af en toe een paar nachtjes bij Piep. Dat is gezellig, maar je wilt ook wel eens de rest van de nacht rustig kunnen slapen vindt Piep
Dan zijn er nog de muizen die elke dag met de auto naar de stad rijden. Altijd maar onderweg. De spitsmuizen. Het zijn grijze muizen dat wel, maar ook een beetje anders. Ze zijn meer moe en minder blij denkt Piep.
Piep zelf heeft een groentewinkeltje bij huis en verkoopt wat hij verzamelt. Het is net walnotenseizoen
Piep is een denker en vraagt zich vaak af waarom hij een grijze muis is. Word je zo geboren? Of zijn er omstandigheden die je zo maken? Grijs. De kleur van z’n vachtje is genetisch bepaald, daar had je het maar mee te doen. Maar zit die kleur ook vanbinnen?
Al had je last van slapeloosheid, dan nog verander je niet in een woelmuis. Die zijn echt anders. Maar hoe dan? Misschien eens naar de overeenkomsten kijken. De meeste muizen lusten graag kaas. Maar lust een woestijnmuis dat ook? Zouden ze die van kamelenmelk maken? Geen idee. En hoe zou dat dan smaken? Vragen genoeg. Zijn er woestijnmuizen die vanbinnen grijs zijn? Je kon er niet even stiekem naast gaan staan om de kleur te vergelijken. Vanbinnen is vanbinnen.
Er is eigenlijk maar een manier om erachter te komen. Met ze praten. Probleem, woestijnmuizen praten raar. Je verstaat ze niet. Ze zijn elk jaar een paar maanden hier, maar grijzemuizentaal leren ze niet.
Zijn andere grijze muizen dan grijs vanbinnen? En waarom dan, of niet? Heb je misschien ook lichtgrijs en donkergrijs?
Piep krijgt pijn in z’n hoofd van al dat nadenken en jezelf dingen afvragen. Dat is niks voor een grijze muis. Je kan je ook te druk maken.
En toch wil hij het allemaal weten. Waarom weet een muis dat niet gewoon? Dan is misschien alleen je buitenkleur maar van tevoren bepaald. En de rest niet.
Dus als hij in de woestijn was geboren dan had hij kamelenkaas lekker gevonden. En dan zou hij vinden dat grijze muizen raar praten. Dat was een interessante gedachte.
Als het nu eens zo is, dat wat je denkt en vindt afhankelijk is van waar je geboren of opgegroeid bent, dan is niet alles zomaar de enige waarheid. Je weet gewoon niet beter. Totdat je met die ander praat.
Piep viel in slaap en droomde over kamelen en walnoten. Over kamelenmelk waar je geen kaas van kan maken en over walnoten die voor altijd aan de boom hangen.
Met een schokje tuimelde Piep in het universum van de nog niet gedachte gedachten. Nieuwe gedachten twinkelen er als sterren aan de hemel. Kom maar Piep, zeggen ze zacht. Denk mij.